Meer ruimte voor scholen om passend onderwijs voor ieder kind vorm te geven. Dat is de kern van ‘passend onderwijs’ laat minister Van Bijsterveldt in een brief aan de Tweede Kamer weten.
Scholen krijgen de verantwoordelijkheid om voor elk kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te vinden. Leraren worden beter voorbereid op omgaan met zorgleerlingen en de bureaucratie wordt drastisch verminderd. Het speciaal onderwijs blijft bestaan met voldoende capaciteit. “Het nieuwe stelsel zorgt voor een heldere verantwoordelijkheidsverdeling zodat leerlingen een passende plek in het onderwijs krijgen en ouders niet langer van het kastje naar de muur worden gestuurd,” aldus de minister.
Huidige situatie
Het huidige systeem barst uit zijn voegen. Het aantal kinderen dat een label opgeplakt krijgt omdat er iets met hen is, is de afgelopen jaren met maar liefst 65% gegroeid. Inmiddels gaat het om 10% van de leerlingen in het basisonderwijs en bijna 20 % in het voortgezet onderwijs. Jaarlijks zitten 2.500 kinderen thuis. Bovendien is de kwaliteit van het speciaal onderwijs niet overal op orde. Tegelijkertijd zijn de kosten explosief gestegen met een half miljard euro naar 3,7 miljard per jaar, terwijl het niet duidelijk is waar al dat geld aan op gaat. Veel geld komt niet in de klas bij de leraar terecht waar het wel voor bedoeld is. Het systeem moet dus anders en beter. “Kinderen met een indicatie worden in het huidige systeem soms onnodig gestigmatiseerd en komen daar moeilijk vanaf. Dat is onwenselijk. Het uitgangspunt is wat een leerling wél kan,”aldus Van Bijsterveldt.
Zorgplicht voor scholen
Met de invoering van passend onderwijs wordt de vaak bureaucratische indicatiestelling afgeschaft en krijgen scholen een zorgplicht. De zorgplicht voor scholen moet voorkomen dat ouders van het kastje naar de muur worden gestuurd. Scholen moeten rekening houden met de zorgbehoefte van het kind en met de voorkeuren van de ouders, maar ook met de mogelijkheden die een school heeft om de leerling passend onderwijs aan te bieden. De sectororganisaties maken hiertoe een referentiekader. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs gaan daarbij samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Kan een school geen passend onderwijs aanbieden, dan wordt binnen dit samenwerkingsverband gezocht naar een andere school in het reguliere of speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs blijft bestaan met voldoende capaciteit voor ca. 70.000 leerlingen. Binnenkort wordt er een wetsvoorstel ingediend om de kwaliteit in het speciaal onderwijs te verbeteren.
Docenten beter toegerust
De kwaliteit van onderwijs aan leerlingen staat of valt met de leraar voor de klas. Het kabinet realiseert zich dat terdege en neemt daarom maatregelen. Om docenten beter toe te rusten in het omgaan met zorgleerlingen, kunnen zij een beroep blijven doen op de lerarenbeurs. De ervaring leert dat ook nu al vaak wordt gekozen voor de master Special Educational Needs. Daarnaast gaat het kabinet extra investeren in de professionalisering van docenten en schoolleiders. Hiervoor is in 2012 100 miljoen en vanaf 2013 150 miljoen euro beschikbaar. Een substantieel deel hiervan wordt ingezet om leraren en schoolleiders goed toe te rusten in de omgang met zorgleerlingen. Ook wordt de zorgstructuur veel meer in de klas geplaatst in plaats van buiten de klas en de school zoals nu vaak het geval is.
Betere samenwerking
Belangrijk onderdeel van het voorstel is een betere samenwerking tussen scholen, jeugdzorg en gemeenten om kinderen een passende plek te geven en thuiszitten tegen te gaan. Problemen worden op deze manier vroeg gesignaleerd en snel aangepakt. De wijze waarop scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten afspraken maken over hun samenwerking is vrij.
Doelmatig investeren
Het kabinet wil dat het budget voor passend onderwijs in de klas terecht komt. Bijvoorbeeld door betere ondersteuning en opleiding van leraren. Het geld voor zorgleerlingen gaat daarom naar het samenwerkingsverband. Scholen bepalen voortaan zélf waar het geld wordt ingezet en hoe de zorg wordt vormgegeven, zonder dat dit gepaard gaat met onnodige labeling en bureaucratie. Zoals eerder is aangekondigd, gaat het budget voor passend onderwijs van 3,7 miljard naar 3,4 miljard in 2012. Daarmee is het budget gelijk aan 2005; 200 miljoen euro meer dan het oorspronkelijke budget uit 2003. Tegenover de bezuinigingen staan investeringen in de professionalisering van de docenten en de kwaliteit van het regulier onderwijs.
Het wetsvoorstel passend onderwijs verschijnt binnenkort op internet ter consultatie. De invoering van passend onderwijs staat gepland op 1 augustus 2012.
Overzicht van de belangrijkste maatregelen:
- Een passende plek voor ieder kind
- Speciaal onderwijs blijft bestaan en wordt verbeterd
- Leraren worden beter toegerust
- Ouders worden niet meer van het kastje naar de muur gestuurd; scholen hebben een zorgplicht en zoeken een passende plek voor ieder kind
- Rugzakgeld gaat voortaan rechtstreeks naar scholen; meer flexibiliteit en minder bureaucratie
- Voortaan een bundeling van de zorg binnen regionale samenwerkingsverbanden in het primair- en voortgezet onderwijs
- Een referentiekader wordt met het veld opgesteld om samenwerkingsverbanden te ondersteunen bij de invoering van passend onderwijs
- Betere samenwerking tussen scholen, jeugdzorg en gemeenten