Minister De Jonge van Volksgezondheid “keurt het ten zeerste af” dat jeugdhulpaanbieders tijdens spreekuren op scholen min of meer voorgedrukte verwijsbrieven meegeven aan de ouders, waarmee ze alleen nog langs de huisarts hoeven. Dat laat de minister weten in antwoord op Kamervragen van het CDA. Dit meldt de Tweede Kamer.
De gemeente Pijnacker-Nootdorp besloot eerder te onderzoeken waarom er in het dorp opmerkelijk veel jongeren waren die gebruik maakten van ambulante jeugd-ggz. Wat bleek? “(Bij de huisarts) komen regelmatig ouders met een briefje van school waarop staat wat het kind heeft en bij welke aanbieder het kind het beste geholpen kan worden”, schreef de gemeente in een rapport.
Het CDA heeft een paar weken geleden Kamervragen gesteld over deze ‘reclame’. De partij denkt dat de voorgedrukte verwijsbrieven één van de oorzaken kunnen zijn van de stijging van het aantal jeugdigen in de ggz. Ook wil het CDA weten of dit is meegenomen in het beloofde onderzoek naar de tekorten in de jeugdhulp.
Minister de Jonge geeft aan het geen goede zaak te vinden “dat zorgaanbieders door middel van een spreekuur op school eerst ‘diagnoses’ stellen en vervolgens ter behandeling hun eigen diensten aanbieden.” Hij verwijst verder naar het op handen zijnde rapport Verdiepend onderzoek jeugd dat eind april verwacht wordt. Dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van signalen van gemeenten over stijgende kosten in de jeugdhulp.
Door: Nationale Onderwijsgids
