"Ik houd van groen," zei mijn dochter. Nu kan ik als moeder genoegen nemen met deze opmerking, maar feitelijk wist ik nog steeds niet welke kleur ze bedoelde. Ik stelde me voor dat ze de frisse, grasgroene kleur bedoelde, maar besefte dat ze het net zo goed over het felle limoengroen kon hebben. Wanneer ik had gezwegen en haar opmerking voor lief had genomen, bleef haar daadwerkelijke favoriete groene kleur voor mij altijd een raadsel. Dat zorgde ervoor dat ik de keuze maakte om door te vragen. Ik wilde graag weten wat ze precies bedoelde. Ze deed haar uiterste best om met woorden haar lievelingstint te omschrijven, maar kwam er al doende achter dat ik nog steeds niet helemaal begreep wat ze bedoelde. Uiteindelijk vonden we de oplossing door samen een kleurenwaaier te bekijken. Het stelde haar in staat om, in haar ogen, de perfecte groene kleur te duiden. Olijfgroen. Het was en is inderdaad een prachtige kleur en deze siert momenteel de muur van haar slaapkamer.
Het is misschien een klein voorbeeld, maar ik denk dat dit gebeuren in talloze situaties, maar zeker in een schoolsituatie, een voortdurende rol speelt. Ergens ook logisch, want we zullen -hoe graag we dit ook willen- nooit erachter komen hoe eenieder denkt. Hoe graag je ook met iemand praat en hoe graag je de ander ook wilt begrijpen, er is nu eenmaal geen enkele garantie om de gedachten van de ander volledig te kunnen bevatten. Alles blijft interpretabel en is afhankelijk van talloze (denk aan persoonlijke-, biologische- en omgevings-) factoren die jouw begrip en vooral jouw precisering zullen beïnvloeden.
Er is altijd wel iets
En er is altijd wel iets. Er gebeurt altijd iets waardoor onbegrip ontstaat en ruis wordt veroorzaakt. Een klas gevuld met verschillende kinderen, verschillende gedachten, verschillende behoeften. Het is niet meer dan logisch dat er energie mag worden gestoken in het creëren van een veilige omgeving zodat we elkaar kunnen en mogen horen. Ik geloof graag dat mensen elkaar willen horen en begrijpen. Het is de opvatting van de ander die de bedoeling ondermijnt. Dat gebeurt onverwacht met, dikwijls, onvoorziene gevolgen. Het vraagt flexibiliteit, het vraagt een bepaalde mate van meedeinen, van (onuitputtelijk?) geduld en begrip. Een ware klus, zeker wanneer je een groep kinderen onder je hoede hebt. Je wilt ze horen, je wilt luisteren, je wilt ze begrijpen.
Wat dit betreft geloof ik in laveren tussen goed en minder goed. Tussen geven en nemen, tussen een stap terug doen wanneer blijkt dat het belangrijk is om ruimte te scheppen voor de ander. Ik houd niet van opdringende meningen, koste wat kost overtuigen, protesten en geschreeuw. Wel in het zorgvuldig bewaken van grenzen, bewust omgaan met gevoelens van anderen, zonder jezelf te verliezen. Kinderen laten je zoveel zien wanneer je stil durft te zijn. Het is een mooi gegeven om net iets langer bezig te zijn het begrijpen van hetgeen ze echt bedoelen.
Perfecte tint
Groen is nu eenmaal nooit zomaar groen. Je hoort te zoeken naar de perfecte tint, samen zoeken. Je mag zorgen dat je weet waar de ander zich goed bij voelt. Verbinden. Samen zoeken naar de middenweg, of, in het meest ideale geval, optimaal begrip. Tijd investeren om erachter te komen wat de ander beweegt, erachter komen waar de ander zich goed bij voelt. Zorgend zoeken zodat groen écht groen wordt en je elkaars taal leert begrijpen en, op een mooie dag, zelfs leert spreken.
Door: Nationale Onderwijsgids / Judith Knapp-Brouns