Mevrouw Huis zit schuin tegenover me aan tafel. Haar handen zowel letterlijk als figuurlijk in het haar. Ze vertelt over haar twijfels, pogingen het goed te doen. Haar ogen worden vochtig als ze haar kwetsbare kant toont. En terwijl ze in alle eerlijkheid over haar worsteling met opvoeding gerelateerde kwesties vertelt, knik ik begripvol.
Het is meer dan een begripvolle knik. Ik knik niet omdat ik dat geleerd heb te doen. Ik knik omdat ik deze kwetsbaarheid waardeer en herken. Misschien doordat ik naast leerkracht, ook moeder ben. Misschien omdat ik de schoonheid van deze integere worsteling niet voor lief neem. Misschien omdat ik weet dat opvoeden allesomvattend is en daarmee een ware uitdaging. Of zou moeten zijn.
Elke dag opnieuw.
Laatst keek ze me aan met haar grote, vragende, bruine ogen. Haar smekende blik bracht me terug naar toen. De tijd waarin ik alles nog theoretisch kon benaderen en een specifiek toekomstplan dacht te kunnen bedenken. Toen ze nog veilig in mijn buik ronddanste en geen enkele weet had van hetgeen haar allemaal zou omringen.
Ze had geen weet van de wereld, de verleidingen, de tegenstrijdigheden. Ze kon zich onderdompelen in onvoorwaardelijke liefde, zonder kennis te hebben van ‘grote-mensen-gevaren’.
Makkelijk uitvoerbaar project
Het was de tijd waarin ik nog vol overtuiging de meest ideale manier van opvoeden wilde toepassen. Ik dacht zelfs dat het een makkelijk uitvoerbaar project zou worden omdat onze visie nu eenmaal heel helder en duidelijk was. Kort samengevat: bij jezelf blijven, goed zijn voor de ander, geven en delen, dankbaar zijn en minimaliseren.
Net als de materiële kant wilden we ook heel bewust omgaan met de omgeving. Oeroude rolpatronen gingen we zeker aanbieden maar op een manier die haar ruimte zou geven zichzelf en haar plekje in de wereld te ontdekken. Zo kreeg ze, ons inziens, een eerlijke kans te ontdekken wat wel of niet bij haar zou passen. Als zij geen warm gevoel kreeg bij de kleur roze, vonden wij dat geen enkel probleem. Wilde ze liever voetballen in plaats van paardrijden, ook prima. Klimt eerder dan Van Gogh, Beethoven eerder dan Bach. Liever de viool leren spelen dan de piano. Alles zou aanvaardbaar en acceptabel zijn.
Met die insteek, die visie, werkte ik ook in de klas. Door het aanbieden van een breed palet, hoopte ik kinderen te stimuleren een eigen manier te ontdekken om verantwoord kleur te geven aan hun eigen leven. Ik dacht te weten hoe te kunnen vormen en begeleiden, doordat ik begreep wat ik las in al die prachtige boeken.
Alles is veranderd
Inmiddels zijn we veertien jaar verder, ruim veertien jaar zelfs. En alles is veranderd. Meer dan alles. Die verandering ontstond op het moment toen de arts de navelstreng doorknipte en daarmee mijn opvattingen met betrekking tot de wereld van de opvoeding. Met een knip en een zucht werden mijn ogen geopend en ontwaakte ik in de echte wereld.
Opvoeden werd niet langer ‘toepassen in de praktijk’. Opvoeden wérd praktijk. Ik dacht terug aan oudergesprekken die ik had gevoerd op school, ik dacht terug met het schaamrood op mijn kaken. Ik zag mezelf zitten, betweterig alinea’s papegaaien omdat ik dacht te weten wat werd bedoeld. Maar ik realiseerde me meer dan ooit dat ik het meest belangrijkste passeerde, het gevoel, de zoektocht, de unieke situatie. Nu ik zelf moeder was mogen worden, was ik pas in staat de geschreven woorden te begrijpen. Ik voelde toen pas de zwaarte van de verantwoordelijkheid. En mijn zoektocht startte op een consequente en professionele wijze, maar bovenal integer en liefdevol.
Ik knik begripvol naar mevrouw Huis en steun haar in haar strijd tegen de alom bekende theorie en de dikwijls haakse realiteit. De eeuwigdurende zoektocht een gezonde balans. Dus ik knik en begrijp. Ik knik en leef mee. We begrijpen in stilte en erkennen de twijfel.
Elke dag opnieuw.
Door: Nationale Onderwijsgids / Judith Knapp-Brouns