Academici maken zich zorgen om de verdwijnen van de letterenstudies. Ze zijn van mening dat de overheid moet garanderen dat er geen kostbaar cultuurgoed verloren gaat. Frits van Oostrom, voorzitter van de commissie die tien jaar geleden de geschiedeniscanon ontwikkelde, vindt dat er ook zo'n commissie moet komen voor de kleine talenstudies. Die commissie bepaalt dan wat er aan studies behouden moet blijven.

Het kan ook een oplossing zijn om een taalstudie op één plek aan te bieden in plaats van op vijf verschillende universiteiten, zegt Van Oostrom. “Studentenaantallen zijn belangrijk en studies moeten natuurlijk meebewegen met de maatschappelijke vraag, maar er moet ook rekening worden gehouden met andere waarden, zoals schoonheid en historisch besef. Met het opheffen van studies gaat kennis verloren”, benadrukt Van Oostrom. Andere academici pleiten vooral voor het behoud van alle Europese talenstudies.

Wim van den Doel, decaan van de faculteit geesteswetenschappen in Leiden, ziet het anders. “De belangstelling van studenten en van de maatschappij verandert nu eenmaal en dat is altijd al zo geweest. Als studies verdwijnen gaat er inderdaad kennis verloren, maar er komen ook nieuwe studies bij, bijvoorbeeld filmwetenschappen, gaming en kindertaalverwerving.” Volgens de decaan is het onvermijdelijk dat universiteiten kiezen waar ze hun geld aan uitgeven. Door een docent voor een kleinere taal te behouden, kan er een docent Engels minder in dienst worden genomen. Van den Doel wijst erop dat kleine studies waarmee Leiden op wereldniveau presteert behouden blijven. “Het gaat niet alleen om geld, prestaties tellen wel degelijk mee.”

© Nationale Onderwijsgids