Marleen Janssen, de enige hoogleraar op het gebied van doofblindheid in de wereld, zette in 2006 in Groningen een unieke masteropleiding doofblindheid op. Uit de hele wereld komen studenten en professionals naar Groningen om communicatie met doofblinden te bestuderen en verbeteren. Toch staat na tien jaar het wetenschappelijk onderzoek naar dooflindheid nog in de kinderschoenen, omdat veel universiteiten niet openstaan voor het onderzoek. De onderzoeksgroep zou namelijk te klein zijn. Dat meldt Dagblad van het Noorden.
Na tien jaar is de masteropleiding nog steeds uniek. Marleen Janssen blijft de enige hoogleraar doofblindheid. “Daar baal ik wel van. De universiteit van Groningen staat hiervoor open, veel universiteiten niet”, stelt Janssen. De onderzoeksgroep is volgens de universiteiten te klein. Dit heeft als gevolg dat het wetenschappelijk onderzoek na tien jaar nog steeds in de kinderschoenen staat.
In de tien jaar dat de masteropleiding bestaat zijn studies gedaan naar de lichamelijke expressie van gevoel, naar de betekenis van een glimlach en naar de vraag of doofblinden echt wel bedoelen wat wij denken dat ze bedoelen. De studie naar taal en communicatie is de passie van Janssen. Echter ziet de hoogleraar dat mensen te vaak denken dat doofblinde kinderen een verstandelijke beperking hebben. Ze plein dan ook voor meer aandacht voor doofblindheid onder zorgverleners.
Janssen vindt dat artsen en zorgverleners getraind moeten worden om doofblindheid te herkennen, juist omdat kinderen die doof en blind zijn moeilijk te onderscheiden zijn van verstandelijk beperkten. “Als je ze niet op de juiste manier benadert, reageren ze ook niet. Daarom weten we ook niet om welke aantallen het precies gaat”, zegt Janssen. Nederland heeft naar schatting tussen de 34.000 en 40.000 doofblinden. Aangeboren doofblindheid komt een stuk minder vaak voor dan verworven doofblindheid. Zo’n 4.000 mensen hebben aangeboren doofblindheid.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
