De opvatting dat Marokkaanse migranten vanaf de jaren ’70 de islam meenamen en die zo overdroegen aan hun kinderen klopt maar zeer ten dele. De wereldwijde islamitische ontwakingsbewegingen, die ook een deel van de moslims in Nederland inspireerden, speelden een belangrijke rol bij verandering van het religieus bewustzijn van de eerste generatie Marokkaanse migranten, laat socioloog Btissam Abaâziz zien in haar proefschrift ‘Ze waren onwetend’, dat zij op 25 november verdedigt aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit meldt de Erasmus Universiteit.
Btissam Abaâziz heeft 25 Marokkaanse Nederlanders van verschillende leeftijden hun levensverhaal laten vertellen en op basis daarvan onderzocht hoe het religieus veranderingsproces zich bij hen heeft voltrokken. De islam kreeg nauwelijks aandacht toen de eerste migranten uit Marokko naar Nederland kwamen. Ook in Marokko speelde de islam destijds een veel minder grote rol dan nu. Pas jaren na hun vestiging in Nederland werden veel Marokkaanse Nederlanders zich bewuster van hun moslimzijn.
Levensverhalen
Een belangrijke rol in dit veranderingsproces hebben de islamitische ontwakingsbewegingen gespeeld die wereldwijd vanaf de jaren ’80 opbloeiden en die zich richtten op het bevorderen van de religieuze vroomheid onder moslims. Abaâziz laat in haar onderzoek zien hoe deze ontwakingsbewegingen ook een deel van de moslims in Nederland inspireerden. Daarnaast hebben de dramatische gebeurtenissen van ‘9/11’ veel Europese moslims bewust gemaakt van wat het betekent te leven in een omgeving waar zij een - soms hevig bekritiseerde - minderheid vormen. Tenslotte wijst Abaâziz op de belangrijke invloed van het onderwijs en de mate van geletterdheid op het religieus veranderingsproces. Dit geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor de ouderen in haar onderzoek. De levensverhalen laten zien hoe onderwijs en geletterdheid rechtstreeks toegang bieden tot rijke schriftelijke bronnen van deze godsdienst en tot discussies die wereldwijd onder moslims worden gevoerd.
Geen generatiekloof
Vaak wordt gesproken van een generatiekloof binnen Marokkaans-Nederlandse gemeenschappen, waarbij de jongeren een ‘zuivere’ islam zouden nastreven en de ouderen een meer ‘volkse’ vorm aanhangen. Abaâziz constateert dat van zo’n kloof eigenlijk geen sprake is. Natuurlijk zijn er verschillen in religieus kapitaal tussen de generaties, maar die bestaan evenzeer binnen de generaties. Het gezinsmilieu waarin de jongeren opgroeien, en met name de mate van geletterdheid van de ouders, speelt in dit verband een cruciale rol. Hoe intensiever de ouders het proces van religieuze verandering hebben beleefd en hoe sterker zij zijn ingebed in religieuze netwerken, des te meer werkt dit door in de opvoeding en de religieuze ontwikkeling van de kinderen. Anders dan vaak wordt gedacht, beïnvloeden ouders hun kinderen dus wel degelijk, maar ook in omgekeerde richting vindt religieuze beïnvloeding plaats, vooral in de minder geletterde gezinsmilieus.
Door: Nationale Onderwijsgids