VU: Sociale robots van meerwaarde bij behandeling forensische patiënten

Een smartphone die herinnert aan het innemen van medicijnen. Een tablet of smartwatch die helpt bij het herkennen van ongewenst gedrag en alternatieven aanbiedt. Of een pratende robot die de dag doorneemt. Deze vormen van sociale robots kunnen een meerwaarde zijn voor patiënten en behandelaars in de forensische zorg, blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam in opdracht van het WODC. Dat meldt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Op basis van literatuur en met deskundigen uit de forensische zorg is onderzocht wat sociale robots – nu of in de toekomst – kunnen betekenen in de behandeling van forensische patiënten. Sociale robots kunnen via technologieën voor spraak-, gezichts- en emotieherkenning verbinding maken met mensen en ook bepaalde taken uitvoeren. Deze toepassingen worden nog op zeer beperkte schaal gebruikt in de forensische zorg, maar al wel in de (geestelijke) gezondheidszorg. Bijvoorbeeld voor mensen met dementie en mensen met autisme.

Online contactmomenten afgewisseld met fysieke contactmomenten 

Uit het onderzoek blijkt dat sociale robots vooral mogelijkheden bieden voor forensisch-psychiatrische patiënten die poliklinisch of thuis worden behandeld. En voor patiënten in de resocialisatiefase die -onder toezicht- steeds meer verantwoordelijkheden krijgen. Robots zijn dan een aanvulling of verdieping op een bestaande behandeling, waarbij online contactmomenten worden afgewisseld met fysieke contactmomenten. Bijvoorbeeld bij het voorkomen van terugval, het verkrijgen van ziekte-inzicht en het trainen van sociale vaardigheden. Behandelaren zien vooral meerwaarde in digitale oplossingen die ondersteunen bij algemene dagelijkse taken, zoals medicijninname en dagstructuur. Ook zien ze toegevoegde waarde in een sociale robot als ‘gezelschap’ en als waarschuwingssignaal voor een mogelijke terugval van de patiënt.

Spraakinteractie 

Sociale robots kunnen mogelijk de werkdruk voor behandelaren verlagen en het aantal no-shows van patiënten verminderen. Voor patiënten zit de toegevoegde waarde bijvoorbeeld in de spraakinteractie, die goed kan aansluiten bij de vaardigheden en de behoeften van (relatief laaggeletterde) patiënten. Ook reageert een robot altijd neutraal en waardevrij en herhaalt onderdelen van de behandeling zo vaak als nodig is. Dit wordt als voordeel gezien voor de bejegening van bijvoorbeeld patiënten met een lichtverstandelijke beperking. Daarnaast kunnen patiënten via een robot op elk moment van de dag werken aan hun behandeling, ook als de behandelaar niet aanwezig is. Dit geeft hen meer het gevoel van eigen regie.

Sociale robots 

Binnen de forensische zorg zijn er veel verschillende patiënten. Een one-size-fits-all oplossing van sociale robots is niet wenselijk, concluderen de onderzoekers. De robot moet aansluiten bij de motivatie, recidiverisico’s, leefwereld, leermogelijkheden en digitale vaardigheden van de individuele forensische patiënt. Daarnaast moet het type robot (tablet, smartphone, smartwatch of op een mens lijkende robot) eenvoudig zijn in gebruik. Als mogelijke barrières voor een succesvolle inzet van sociale robots in de forensische zorg wijzen de respondenten in het onderzoek op de hoge werkdruk bij behandelaren. Die kan leiden tot een gebrek aan enthousiasme en tijd voor de nodige kennisinvestering. Ook een gebrek aan digitale kennis en vaardigheden bij behandelaren en patiënten spelen een rol. De onderzoekers doen verschillende aanbevelingen voor vervolgonderzoek om de meerwaarde te kunnen benutten van sociale robots in de forensische zorg.

Door: Nationale Onderwijsgids