Het kabinet wil decentrale loting toevoegen als selectie-instrument in het hoger onderwijs om de kansengelijkheid te vergroten. De Kamer debatteert hierover met minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). Dit meldt de Tweede Kamer.
Sinds 2013 worden aspirant-studenten geselecteerd op basis van minimaal twee kwalitatieve criteria, zoals een cijferlijst en motivatiebrief. Er zijn signalen dat de kansengelijkheid in het geding is en dat de studentenpopulatie minder divers is geworden. Het kabinet wil daarom loting mogelijk maken om opleidingsplekken eerlijk te verdelen.
Kansengelijkheid vergroten
Er moet alles aan worden gedaan om te zorgen dat de selectie zo eerlijk mogelijk is, vindt De Hoop (PvdA). Loting is volgens hem het eerlijkst, omdat iedereen dan dezelfde kansen heeft om toegelaten te worden tot een opleiding.
Beertema (PVV) meent dat loting te veel gebaseerd is op dom toeval en te weinig op de capaciteiten en motivatie van studenten. Bovendien is niet onderbouwd dat loting zal leiden tot meer kansengelijkheid, stelt hij. Waarom wil het kabinet loting toch invoeren?
Minister Dijkgraaf spreekt van slim toeval, omdat loting als extra selectie-instrument wordt toegevoegd. Hij geeft aan dat het stelsel flexibeler wordt: loting kan gecombineerd worden met andere selectie-instrumenten, zoals een toelatingstoets.
Juiste student op de juiste plek
Peters (CDA) pleit voor een combinatie van decentrale selectie en loting, om zo op de meest eerlijke manier de juiste student op de juiste plek te krijgen. Daarom wil hij dat opleidingen een model kunnen toepassen waarmee op basis van selectiecriteria de beste 25% direct wordt toegelaten, er een loting plaatsvindt voor de middelste 50% en de overige 25% wordt uitgesloten van de loting. Hoe kijkt de minister hiernaar?
Volgens de minister staat zo'n model op gespannen voet met de toegankelijkheid van het onderwijsstelsel, omdat het hierdoor mogelijk wordt om aspirant-studenten uit te sluiten. Hij benadrukt dat het toevoegen van loting bedoeld is om de kansengelijkheid te vergroten en dat dit model hier niet aan bijdraagt.
Opleidingscapaciteit vergroten
Het ideaal is dat selectie niet nodig is, omdat opleidingen genoeg plekken hebben, meent Kwint (SP). Volgens El Yassini (VVD) zijn er te weinig opleidingsplekken voor tekortberoepen, zoals tandartsen. Zij willen daarom weten hoe de minister zich inzet voor het vergroten van de capaciteit van deze opleidingen.
Dijkgraaf benadrukt dat opleidingen niet lichtzinnig omgaan met het instellen van selectie-instrumenten. Ook geeft hij aan dat er wordt geïnvesteerd in tekortsectoren, zoals de zorg-, onderwijs- en technieksector.
Externe toets
Het toevoegen van decentrale loting is een stap in de goede richting, vinden Westerveld (GroenLinks) en Van der Laan (D66). Wel vragen zij om een externe toets op de selectieprocedures, zoals ook de onderwijsinspectie heeft geadviseerd.
Een externe toets is belangrijk, bevestigt de minister. Hij komt later dit jaar terug op het advies van de onderwijsinspectie.
De Kamer stemt op 31 januari over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.
Lees het hele artikel hier.