Normal_untitled
Een enquête onder 264 aios en 1233 jonge huisartsen naar hun voorkeuren qua regio voor hun (toekomstige) werkplek, bevestigt opnieuw dat afgestudeerde huisartsen vooral gaan werken in de regio waar zij de opleiding hebben gevolgd. De enquête, uitgevoerd door het Nivel in opdracht van SBOH en in samenwerking met partijen uit het huisartsen- en opleidingsveld, laat bovendien zien dat huisartsen in opleiding (aios), meer bereid zijn om te wisselen van regio en daarbij vooral geïnteresseerd zijn in initiatieven gerelateerd aan de praktijkvoering, zoals de mogelijkheid om proef te kunnen draaien. 
 
Eerder Nivel-onderzoek wees ook uit dat jonge huisartsen vaak gaan werken nabij de opleidingslocatie. Op basis daarvan hebben de opleidingsinstituten verenigd in Huisartsopleiding Nederland met steun van SBOH de afgelopen jaren het aantal opleidingslocaties uitgebreid naar Zwolle, Twente en Eindhoven en op meerdere locaties de mogelijkheid gecreëerd voor regionaal opleiden, onder meer in Zeeland en de Achterhoek. Hierbij wordt een huisarts in de gelegenheid gesteld om alle praktijkonderdelen van de opleiding in één specifieke regio te doen. Hoewel rekening moet worden gehouden met een beperkte respons op de enquête in bepaalde regio's, laten de resultaten van dit nieuwe onderzoek zien dat veel huisartsen zich vestigen rond de locaties waar zij hun opleiding volgen: 40% van de aios wil blijven in de plaats waar ze zijn opgeleid (zie bijgevoegde kaartjes). Leonie Troost, programmamanager werving, selectie en plaatsing Huisartsopleiding Nederland: "Wij zijn blij dat aios zich na de opleiding vaak vestigen in de regio’s rondom hun opleidingslocatie. De locaties in Zwolle, Twente en Eindhoven dragen hier aan bij. De samenwerking met opleidingsinstituten binnen de UMC’s, regionale huisartsenorganisaties en SBOH is een belangrijke sleutel in het succes. Dit onderzoek biedt concrete handvatten om ook in de toekomst invulling te geven aan een gezamenlijke aanpak.” Merel Holstege, namens SBOH betrokken bij dit onderzoek: "Deze positieve uitkomsten onderstrepen onze ambitie om samen met het huisartsenveld te blijven investeren in voldoende en goed opgeleide huisartsen in alle regio’s in Nederland." 

Aios tonen flexibiliteit, afgestudeerden vinden hun plek 

Het onderzoek laat zien dat huisartsen tijdens hun opleiding meer bereid en geïnteresseerd zijn om andere regio's te verkennen dan hun oudere collega's: 40% van de aios geeft aan bereid te zijn te wisselen van werkregio. Voor deze mogelijke toekomstige wissel zeggen zij vooral te kijken naar praktijkgerelateerde factoren zoals de garantie op waarnemers, de mogelijkheid om proef te draaien en begeleiding bij de start van een praktijk. Van de afgestudeerde huisartsen is slechts 7% van plan om te wisselen van regio. Vooral privéoverwegingen, zoals de aanwezigheid van een sociaal netwerk en de wens om kinderen te laten opgroeien in een bepaalde regio, spelen een rol om te willen blijven in een regio.

‘Samenwerken op regionaal en landelijk niveau’ 

Matthijs Limpens, hoofd Huisartsopleiding Maastricht en Eindhoven: "De enquête laat zien dat er aan meerdere knoppen kan worden gedraaid in de spreiding van huisartsen over het land. In de praktijk zien we dat een totaalpakket aan zakelijke én persoonlijke factoren, zoals de klik met collega’s in een praktijk en het gevoel dat je welkom bent om een praktijk over te nemen, de keuze van een huisarts voor een locatie bepaalt. Aan ons, als opleidingen, instituten, regionale huisartsorganisaties, LHV, Ineen en SBOH, de taak om goed te blijven samenwerken, zowel op regionaal als landelijk niveau om te zorgen dat elke Nederlander een eigen huisarts heeft." 

Over het onderzoek

In opdracht van SBOH, werkgever van (onder andere) huisartsen in opleiding, zette het Nivel eind 2024 twee enquêtes uit: één onder derdejaars huisartsen in opleiding en één onder huisartsen die de opleiding de afgelopen tien jaar hebben afgerond. Deze werden uitgezet door SBOH (derdejaars huisartsen in opleiding) en de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (de afgestudeerde huisartsen). De respons onder derdejaars huisartsen in opleiding was zo’n 30% (264 aios) en onder de afgestudeerde huisartsen 19% (1.233 jonge huisartsen). Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met partijen uit het huisartsen- en opleidingsveld: de opleidingsinstituten verenigd in Huisartsopleiding Nederland, Ineen, LHV, regionale huisartsenorganisaties en het ministerie van VWS.