De schade aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) als gevolg van pro-Palestinademonstraties, bezettingen en vernielingen is veel hoger uitgevallen dan aanvankelijk werd gedacht. De universiteit heeft bekendgemaakt dat de herstelkosten inmiddels zijn opgelopen tot 4,1 miljoen euro en overweegt om de schade te verhalen op de betrokkenen. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
De UvA had eerder een schatting van 1,5 miljoen euro gemaakt, maar na het verzamelen van offertes en facturen blijkt dat bedrag veel hoger te liggen. De schade omvat onder andere de vervanging van kapotte koffieautomaten, beschadigd meubilair en beveiligingscamera’s, het verwijderen van graffiti in en rond gebouwen, en het vervangen van gebroken ruiten. Ook de kosten voor schoonmaakwerkzaamheden zijn in de totale schadepost opgenomen.
Vertraagde bouw van Universiteitsbibliotheek
Naast de herstelwerkzaamheden veroorzaakte het protest op het Binnengasthuisterrein ook vertraging in de bouw van de nieuwe Universiteitsbibliotheek. Dit had vooral te maken met uitgestelde werkzaamheden door nutsbedrijven die de aansluitingen voor elektriciteit en andere voorzieningen zouden verzorgen. De bouw liep hierdoor bijna drie maanden vertraging op, wat de UvA naar schatting 2,5 miljoen euro heeft gekost. Aan directe schade aan de bouwlocatie werd nog eens 267.000 euro toegevoegd. Ondanks de vertraging verwacht de universiteit de geplande opening van de bibliotheek in september 2025 te halen.
Extra beveiligingskosten en mogelijke stappen voor schadevergoeding
Daarnaast maakte de UvA 140.657 euro extra kosten voor de beveiliging tijdens de demonstraties. De universiteit wil de financiële lasten het liefst verhalen op de daders. Mocht dit juridisch niet haalbaar zijn, dan overweegt de UvA een claim bij haar verzekeraar in te dienen.
Ter vergelijking: bij de bezetting van het Maagdenhuis in 2015 bedroegen de totale schade en extra kosten ongeveer 668.000 euro, een bedrag dat toen volledig door de verzekering werd gedekt.
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer