
DEN HAAG - Op 28 mei zal in de Tweede Kamer worden gesproken over pesten. De voorzitters van de PO-Raad en de VO-raad hebben de Tweede Kamer een brief over dit thema geschreven. Daarover bericht de website van de PO-Raad.
In de brief schrijven zij dat de overheid scholen niet moet voorschrijven welke programma’s zij mogen gebruiken om pestgedrag van leerlingen aan te pakken. Scholen moeten zelf kunnen kiezen voor een methode die het best bij hen past en aansluit op het integrale veiligheidsbeleid van de eigen school.
De PO-Raad en de VO-raad reageren met hun schrijven op plannen van staatssecretaris Sander Dekker en Kinderombudsman Marc Dullaert om scholen wettelijk te verplichten pesten aan te pakken. Zij zijn van mening dat scholen daarbij alleen mogen gebruikmaken van antipestprogramma’s die bewezen effectief zijn. De Inspectie van het Onderwijs zou dit moeten monitoren.
De PO-Raad en de VO-raad vrezen echter dat dit er in de praktijk toe leidt dat de overheid dicteert welke methode scholen moeten gebruiken. In hun ogen een onwenselijke situatie.
© Nationale Onderwijsgids / Richard Heeres
Alleen bewezen effectieve programma's mogen gebruikt worden? Die bestaan niet, er bestaan alleen maar bewezen NIET-effectieve programma's! Behalve het Pestbriefje is er niet één methode die: onmiddellijk in actie komt; ouders informeert over wat hun kind overkomt/aanricht; scholen de middelen geeft om pesterijen vast te leggen, pesterijen bespreekbaar te maken, collega-docenten en conciërges direct informeert en ga zo maar door. De wijze waarop pesterijen tot nu toe zijn aangepakt is niet anders te noemen dan 'klungelig'. Op 28 mei wordt de kamer geïnformeerd over de adviezen die de falende anti pestenmethodes hebben gegeven. Denk maar aan de laatste opvattingen over pesten, de omstanders en de meelopers moeten het oplossen. Hiermee wordt tenminste toegegeven dat de methodes er zelf niet toe in staan zijn. En zo blijkt maar weer dat je in de strijd tegen het pesten het minste last hebt van de pester zelf.