Het maken van een tussentijdse toets helpt leerlingen gerichter te studeren met betere eindresultaten tot gevolg. Dat concludeert promovenda Kim Dirkx van de Open Universiteit in Heerlen na onderzoek in Nederland en Duitsland.
Leerlingen weten na een tussentijdse toets welke onderdelen van de lesstof zij nog niet voldoende beheersen. Bij het opnieuw doornemen van de stof besteden ze hieraan extra aandacht waardoor zij beter scoren op de eindtoets. Dit zogeheten 'testing effect' was al vastgesteld bij studenten van het hoger onderwijs maar Dirkx heeft het effect nu ook aangetoond bij middelbare scholieren.
Dirkx is verbonden aan het Welten-instituut, het onderzoekscentrum voor leren, doceren en technologie van de Open Universiteit. Voor haar onderzoek voerde Dirkx vijf experimenten uit met Nederlandse en Duitse leerlingen. Zo gebruikte zij oogbewegingsmetingen om te meten waarop leerlingen hun aandacht richten en testte zij of tussentijdse toetsen leiden tot het beter onthouden en toepassen van kennis.
Op basis van de uitkomsten heeft Dirkx richtlijnen opgesteld voor het inzetten van tussentijdse toetsen. Zo is het volgens de promovenda verstandig om herhaaldelijk te toetsen en leerlingen de tijd te geven alles opnieuw te bestuderen. Op de eindtoets moeten gelijkwaardige problemen getoetst worden als op de tussentijdse toetsen. Leerlingen moeten bovendien bewust gemaakt worden van het belang van de tussentijdse toetsen voor het leren.
© Nationale Onderwijsgids
