Het voortgezet onderwijs gaat zelf een code ontwikkelen waarin staat onder welke voorwaarden leerlingen met een diploma vmbo-theoretische leerweg naar het havo mogen. In deze code komt ook te staan dat scholen deze leerlingen niet mogen verbieden te blijven zitten in havo-4. Dat schrijft de VO-raad in een rapport dat is opgesteld naar aanleiding van een ledenonderzoek. Het rapport is vandaag naar minister Van Bijsterveldt gestuurd.
Het rapport is een antwoord van scholen in het voortgezet onderwijs op de discussie over de extra toelatingsvoorwaarden die havo-scholen stellen aan vmbo-tl gediplomeerden. Scholen mogen extra voorwaarden stellen als ze vrezen dat leerlingen met onvoldoende basiskennis eerder uitvallen. Per jaar maken ongeveer 9.000 leerlingen na vmbo-tl de overstap naar havo-4. Ongeveer 1.000 vmbo’ers kunnen op basis van hun eindresultaten die overstap niet maken.
Ongeveer 500 scholen hebben deelgenomen aan het ledenonderzoek. Er is getoetst welke toelatingsvoorwaarden de scholen nu stellen en waarom zij dat doen. Daarnaast is gekeken in hoeverre zij zich kunnen vinden in eventuele afspraken over landelijke toelatingsvoorwaarden.
Een ruime meerderheid (82%) van de scholen vindt het terecht dat er aanvullende voorwaarden worden gesteld zolang vmbo-tl en havo niet goed aansluiten. Een meerderheid (59%) is er geen voorstander van dat de overheid regelt wanneer leerlingen wel of niet aan het havo mogen beginnen. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat scholen zelf willen werken aan afspraken over voorwaarden die voor alle leerlingen gelijk zijn. In de praktijk is er nu verschil tussen de extra voorwaarden die scholen stellen.
De VO-raad stelt voor om met alle scholen een sectorbrede toelatingscode te ontwikkelen. Het voornaamste doel van deze code is het scheppen van eenduidigheid in de aanvullende voorwaarden voor ouders en leerlingen, zodat zij al in een vroeg stadium weten waar ze aan toe zijn. Volgens de ondervraagde scholen blijkt uit ervaring dat het gemiddelde eindcijfer, de persoonlijke motivatie en werkhouding van leerlingen bepalend zijn voor een succesvolle doorstroom. Daarom blijven deze criteria doorslaggevend bij de toelating tot het havo en worden ze opgenomen in de code.
Een meerderheid van de scholen is tegen de maatregel dat leerlingen die de overstap van vmbo-tl naar 4-havo maken in 4-havo niet mogen blijven zitten. In de code wordt daarom opgenomen dat scholen geen gebruik meer zullen maken van dit doubleerverbod.
De toelatingscode wordt door de VO-raad en de scholen gezamenlijk opgesteld in samenwerking met het LAKS en later dit jaar voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering. Daarnaast gaat de VO-raad samen met de overige sectorraden, zoals de MBO Raad en de HBO-raad, bespreken welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de doorstromingsmogelijkheden in het algemeen te verbeteren.
Het rapport is een antwoord van scholen in het voortgezet onderwijs op de discussie over de extra toelatingsvoorwaarden die havo-scholen stellen aan vmbo-tl gediplomeerden. Scholen mogen extra voorwaarden stellen als ze vrezen dat leerlingen met onvoldoende basiskennis eerder uitvallen. Per jaar maken ongeveer 9.000 leerlingen na vmbo-tl de overstap naar havo-4. Ongeveer 1.000 vmbo’ers kunnen op basis van hun eindresultaten die overstap niet maken.
Ongeveer 500 scholen hebben deelgenomen aan het ledenonderzoek. Er is getoetst welke toelatingsvoorwaarden de scholen nu stellen en waarom zij dat doen. Daarnaast is gekeken in hoeverre zij zich kunnen vinden in eventuele afspraken over landelijke toelatingsvoorwaarden.
Een ruime meerderheid (82%) van de scholen vindt het terecht dat er aanvullende voorwaarden worden gesteld zolang vmbo-tl en havo niet goed aansluiten. Een meerderheid (59%) is er geen voorstander van dat de overheid regelt wanneer leerlingen wel of niet aan het havo mogen beginnen. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat scholen zelf willen werken aan afspraken over voorwaarden die voor alle leerlingen gelijk zijn. In de praktijk is er nu verschil tussen de extra voorwaarden die scholen stellen.
De VO-raad stelt voor om met alle scholen een sectorbrede toelatingscode te ontwikkelen. Het voornaamste doel van deze code is het scheppen van eenduidigheid in de aanvullende voorwaarden voor ouders en leerlingen, zodat zij al in een vroeg stadium weten waar ze aan toe zijn. Volgens de ondervraagde scholen blijkt uit ervaring dat het gemiddelde eindcijfer, de persoonlijke motivatie en werkhouding van leerlingen bepalend zijn voor een succesvolle doorstroom. Daarom blijven deze criteria doorslaggevend bij de toelating tot het havo en worden ze opgenomen in de code.
Een meerderheid van de scholen is tegen de maatregel dat leerlingen die de overstap van vmbo-tl naar 4-havo maken in 4-havo niet mogen blijven zitten. In de code wordt daarom opgenomen dat scholen geen gebruik meer zullen maken van dit doubleerverbod.
De toelatingscode wordt door de VO-raad en de scholen gezamenlijk opgesteld in samenwerking met het LAKS en later dit jaar voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering. Daarnaast gaat de VO-raad samen met de overige sectorraden, zoals de MBO Raad en de HBO-raad, bespreken welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de doorstromingsmogelijkheden in het algemeen te verbeteren.