De vooruitgang in het onderwijs voor meisjes, een van de zeldzame Afghaanse succesverhalen van de afgelopen negen jaar, en van levensbelang voor de lange termijn ontwikkeling en stabiliteit van het land, loopt gevaar. Zestien hulporganisaties, waaronder Oxfam en Care, waarschuwen hiertegen in een nieuw rapport.
Het rapport High Stakes meldt dat vooruitgang in het onderwijs voor meisjes terug aan het vallen is als gevolg van armoede, toenemende onveiligheid, een gebrek aan opgeleide leraren, verwaarlozing van het middelbaar onderwijs, en slecht toegeruste scholen. De bevindingen zijn gebaseerd op een onderzoek onder ruim 1.600 meisjes, ouders en leraren in 17 van Afghanistan's 34 provincies.
Momenteel staan 2,4 miljoen Afghaanse meisjes ingeschreven op scholen, vergeleken met 5.000 in 2001: een 480-voudige toename. De cijfers zijn bemoedigend, maar Afghaanse meisjes lopen nog steeds tegen obstakels aan in het onderwijs.
De kwaliteit van het onderwijs varieert sterk, de omstandigheden op school zijn vaak slecht, en bijna een half miljoen ingeschreven meisjes gaan onregelmatig naar school. De organisaties roepen op tot nieuwe inspanningen van de Afghaanse overheid en donoren om meisjes op school te houden en het onderwijs dat zij krijgen, te verbeteren.
"Afghaanse meisjes hunkeren naar onderwijs: bijna tweederde van de meisjes die wij spraken zeiden dat zij de universiteit willen afmaken. Maar in werkelijkheid kampt het onderwijsstelsel nu met de grootste uitdaging sinds 2001. We zien nu de afbraak van de recente vooruitgang in het werk om jonge, gemotiveerde Afghaanse meisjes op school te krijgen. Dit is een verschrikkelijke verspilling van talent en potentieel," zei Annick van Lookeren Campagne, beleidsadviseur humanitair (van onder meer Afghanistan) van Oxfam Novib.
De geïnterviewde mensen zeiden dat armoede het allergrootste obstakel voor onderwijs voor meisjes is, en de hoofdreden waarom meisjes vroegtijdig van school gaan. Dit werd op korte afstand gevolgd door jonge of gedwongen huwelijken en de onveiligheid.
Slechts 30 procent van het lerarenbestand bestaat uit vrouwen, en de overgrote meerderheid werkt in of in de buurt van steden. Meer dan een derde woont in de hoofdstad Kaboel. Daarentegen is in de uiterst onveilige provincie Khost, aan de grens met Pakistan, slechts 3 procent van de leraren vrouw. In het naburige Paktika daalt dit tot 1 procent.
De hulporganisaties waarschuwen dat het steeds intensievere conflict, dat zich nu ook verspreid over voorheen veilige streken in het midden, noorden en westen van het land, steeds meer meisjes verhinderen om naar school te gaan. De organisaties zeggen diep bezorgd te zijn over het vooruitzicht van een daling in de hulp aan Afghanistan wanneer de internationale troepen vertrekken.