Jongeren behoren tot de eenzaamste groepen in de samenleving. Dit ondanks dat ze voortdurend omringd zijn door leeftijdsgenoten. Sommige jongeren zijn eenzaam als gevolg van sociale onhandigheid, anderen doordat zij negatief denken over zichzelf en vriendschappen. Dat blijkt uit het proefschrift van gedragswetenschapper Gerine Lodder. Volgens haar is er per jongere maatwerk nodig om eenzaamheid goed aan te pakken. Dat meldt de Radboud Universiteit.
Lodder deed onderzoek onder ruim 1750 jongeren: scholieren in de eerste drie jaren van de middelbare school en studenten aan de universiteit. De gedragswetenschapper onderzocht aan de hand van computertaken hun vermogen om emoties van anderen te herkennen. Verder keek ze hoe klasgenoten elkaars sociale vaardigheden en de kwaliteit van hun vriendschappen beoordelen.
Volgens de gedragswetenschapper zijn er grofweg twee typen eenzame jongeren: de 'sociaal onhandigen' en de 'doemdenkers'. De eerste groep mist de vaardigheden om bevredigende vriendschappen te sluiten. De doemdenkers bezitten die wel, maar hun eenzaamheid kan het gevolg zijn van hun eigen 'zwarte bril'. Deze jongeren hebben wel vrienden, maar zouden deze vriendschappen als van lage kwaliteit beoordelen, terwijl hun vrienden dat niet zo zien.
Per jongere is maatwerk nodig om de eenzaamheid goed aan te pakken, zegt Lodder. Eenzame jongeren krijgen voornamelijk training om hun sociale vaardigheden te verbeteren, maar eerder onderzoek toont aan dat dat vaak maar beperkt werkt. Volgens Lodder moet in dat geval de eigen beleving van de situatie worden verbeterd, bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie.
© Nationale Onderwijsgids