Psychologe Hanneke Knoop-van Nuland gaf leerlingen van vmbo-scholen bij een leertaak diverse soorten motiverende informatie. Helaas bleek dat die de intrinsieke motivatie van vmbo'ers om te leren niet bevorderde. Op 5 april promoveert Van Nuland aan de Universiteit Leiden.
Van alle schoolgaande jongeren gaat 60% naar het vmbo. Een goede motivatie van deze leerlingen is cruciaal voor hun welbevinden én prestaties. Maar hoe kan een leraar zijn leerlingen motiveren? Van Nuland werkte samen met 10 scholen om te onderzoeken hoe je vmbo'ers kunt motiveren om te leren.
Er zijn maar liefst 36 verschillende motivatietheorieën - de kloof tussen theorie en praktijk is daardoor veel te groot, vindt Van Nuland. Voor haar onderzoek deed ze daarom enkele praktische testen op vmbo-scholen en, ter vergelijking, op vwo-scholen: ze gaf leerlingen verschillende soorten motiverende informatie.
Helaas bleek uit haar onderzoek dat deze motiverende informatie niet hielp om de intrinsieke motivatie van vmbo-leerlingen te vergroten. Dit in tegenstelling tot wat eerder onderzoek heeft laten zien.
Van Nuland constateerde wel dat vooral jongens positief reageren als ze verteld wordt dat ze met een taak kunnen laten zien dat ze ergens goed in zijn. En ze merkt op dat gymnasiumleerlingen niet anders reageerden op de testen dan vmbo-leerlingen.
Volgens Van Nuland zou je nu moeten onderzoeken of meer drastische methoden om motivatie te beïnvloeden wél helpen. Bijvoorbeeld door leerlingen zelf meer te laten kiezen welke taken ze maken, of ICT in te schakelen in het onderwijs. Ook stelt ze voor dat onderzoekers vooral moeten werken op basis van concrete vragen uit de onderwijspraktijk.
Van Nulands bevindingen willen niet zeggen dat ze negatief is over het vmbo. ‘Het negatieve imago van het vmbo kan worden ontkracht door de moeite te nemen daadwerkelijk te gaan kijken in de klas', zo luidt een van de stellingen bij het proefschrift.