DEN HAAG (ANP) - In navolging van haar partijgenoot, Kamerlid Jack Biskop, steekt ook CDA-minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) donderdag de loftrompet vanwege de voorgenomen verplichting van de maatschappelijke stage.
De minister noemde het wetsvoorstel een mooie compositie. ''De generale repetitie is de afgelopen tijd afgerond."
"Nu is het tijd voor de première'', stelde de bewindsvrouw. Twee dagen eerder meldde Biskop om soortgelijke redenen dat het feest was bij het CDA.
In het plan van Van Bijsterveldt (Onderwijs) moeten scholieren op alle niveaus dertig uur stage lopen. Die is bedoeld om jongeren burgerschap bij te brengen en een kijkje in de samenleving te geven.
Een neveneffect is dat ze kunnen kennismaken met vrijwilligerswerk en weten hoe het is om een onbetaalde bijdrage aan de samenleving te leveren. Zij zouden daardoor meer zelfvertrouwen krijgen en meer respect voor anderen.
Stimuleren
''Doel van de stage is jongeren op een goede manier in aanraking te laten komen met vrijwilligerswerk'', vervolgt de minister haar lofzang. ''Het stimuleert jongeren ook om vrijwilligerswerk te blijven doen.''
In het afgelopen schooljaar liepen zo'n 260.000 leerlingen een maatschappelijke stage van gemiddeld 27 uur. Dat komt neer op circa 7 miljoen uur aan vrijwilligerswerk. Volgens de minister blijft 17,2 procent van de leerlingen ook na de stage vrijwillig actief op hun stageplek.
Bluf
Criticasters van het plan van Van Bijsterveldt vinden onder meer de stage van 'slechts' dertig uur te kort. Ook zou de stage ten koste kunnen gaan van verplichte onderwijstijd.
''De minister bluft in haar onderbouwing met wetenschappelijke onderzoeken'', aldus D66-Kamerlid Boris van der Ham.
Volgens GroenLinks moet de keuze voor het volgen van een maatschappelijke stage bij kinderen zelf liggen en niet van bovenaf worden opgelegd. Die partij krijgt daarmee bijval van onder meer de SGP.
Evaluatie
Van Bijsterveldt zegde toe dat er over vier jaar in elk geval een evaluatie volgt van de wet voor de maatschappelijke stage. Het is de bedoeling dat die volgend schooljaar wordt ingevoerd.
Dinsdag stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel.