Normal_5702

UTRECHT (Novum) - Leerlingen in het voortgezet onderwijs die streven naar het voor hen hoogst haalbare diploma, worden daarin gedwarsboomd door de onderwijsinspectie. Dat stelt de werkgeversorganisatie voor middelbare scholen, de VO-raad, vrijdag in Trouw.

Scholieren in het voortgezet onderwijs halen steeds hogere diploma's. Het aantal vwo'ers is sinds 2004 met veertien procent gegroeid en het aantal havisten met negen procent. Het laagste vmbo-niveau kromp juist met een derde.

De oorzaak daarvan is niet dat jongeren met meer kennis van de basisschool komen, aangezien de scores op de Citotoets ongeveer gelijk zijn gebleven. "Het voortgezet onderwijs slaagt er dus beter in om leerlingen het voor hen hoogst haalbare diploma te helpen", concludeert voorzitter van de VO-raad Sjoerd Slagter in de krant.

Volgens hem dreigt de werkwijze van de onderwijsinspectie het streven naar het hoogst haalbare te ondergraven. Scholen die veel leerlingen een kans geven op de havo terwijl hun niveau ergens tussen vmbo en havo hangt, lopen risico een negatief inspectieoordeel te krijgen. Deze leerlingen halen volgens de VO-raad meestal wel hun diploma, maar blijven soms eerst een keer zitten of halen lagere examencijfers. Dat rekent de inspectie de school aan.

Scholen die goed willen scoren bij de inspectie kunnen dus beter op zeker spelen en twijfelgevallen weren op de hogere niveaus, zo lijkt het. "Het inspectiesysteem is erop gericht dat scholen leerlingen snel in het goede hokje stoppen", zegt Slagter. "Dat gaat ten koste van de kansen van leerlingen."

Onlangs sloeg de inspectie nog alarm over de steeds lagere eindexamencijfers in het voortgezet onderwijs. Volgens Slagter ziet de inspectie over het hoofd dat die dalende cijfers een logisch gevolg zijn van de trend dat meer leerlingen een hoog diploma halen. "Dat is geen teken dat het slecht gaat, het duidt juist op een topprestatie."