Prinses Máxima geeft aanstaande dinsdag op het Wibautcollege in Amsterdam het startsein van de landelijke zomeracties om jongeren na de zomervakantie weer in de schoolbanken te krijgen en om zo voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Dat meldt de Rijksvoorlichtingsdienst.
De Prinses doet dit in aanwezigheid van minister Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en locoburgemeester Lodewijk Asscher van de gemeente Amsterdam.
In Nederland vallen nog te veel jongeren voortijdig uit en verlaten de school zonder startkwalificatie. Het is belangrijk dat jongeren hun diploma halen. Voor de economie, arbeidsmarkt, samenleving en natuurlijk voor zichzelf.
In de zomer, de langste periode dat jongeren geen binding hebben met school, is schooluitval bij vmbo-geslaagden en mbo-leerlingen het grootst. Meer dan de helft van de jongeren schrijft zich in deze periode uit. Daarom is het voeren van acties in deze periode cruciaal.
Het zomeroffensief van de gemeente Amsterdam, genaamd 'I'm in', is erop gericht dat de gemeente Amsterdam, ROC van Amsterdam en ROC ASA gezamenlijk mbo-jongeren activeren zich in te schrijven voor een passende opleiding.
Meest genoemde reden voor schooluitval is een verkeerde studiekeuze. De gemeente en mbo-opleidingen zetten stevige acties in om de twijfelaars (de dreigende voortijdig schoolverlaters) en de voortijdig schoolverlaters bij de hand te nemen voor en in de zomer tot een inschrijving volgt voor een opleiding voor 1 oktober 2011.
Extra inspanningen in de Aanval op de Schooluitval passen in de ambitie van het kabinet Rutte -Verhagen. Daarom wordt er vanaf 2012 30 miljoen extra ingezet voor jongeren met gestapelde problemen die geen opleiding meer volgen. Het kabinet geeft hoge prioriteit aan het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters en heeft de ambitie verscherpt tot maximaal 25.000 voortijdige schoolverlaters in 2016.
De aanpak van voortijdig schoolverlaten heeft in schooljaar 2009-2010 landelijk geresulteerd in een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters van 70.000 naar 39.600, op basis van de voorlopige cijfers.