Bij institutionele (scholen)fusies gold deze aanvraagplicht al. De minister toetst de aanvragen en laat zich hierbij adviseren door een adviescommissie. De beoordelingscriteria zijn:
- is er voldoende draagvlak onder betrokkenen en belanghebbenden in de school (legitimatie)?
- wordt het fusieproces zorgvuldig doorlopen en is het duidelijk wat de motieven, doelen en effecten van de fusie zijn?
- blijft het onderwijsaanbod nog voldoende pluriform (keuzevrijheid leerlingen en ouders)?
De minister kan bijvoorbeeld goedkeuring aan een fusie onthouden als ‘de variatie van het onderwijsaanbod binnen het voedingsgebied op significante wijze wordt belemmerd’. De criteria voor de significante belemmeringen staan per sector in de wet beschreven.
Kritiek
De VO-raad uitte in 2009 stevige kritiek in een brief aan de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel draagt niet bij aan kleinschaligheid op klas- of vestigingsniveau, noch draagt het wetsvoorstel bij aan kleinschaligheid op schoolniveau. Door de Raad van State en door de onderwijsinspectie is bovendien nooit een verband gevonden tussen schoolgrootte en kwaliteit.
Meer informatie over wet en aanvraagprocedure
U vindt de wet (Staatsblad 95), de regeling fusietoets in het onderwijs (Staatscourant nr. 13592) en informatie over de aanvraagprocedure op de website van DUO. Lees ook de specifieke aandachtspunten voor het voortgezet onderwijs.