Steeds meer scholen krijgen te maken met hackende leerlingen. Het afgelopen jaar legden scholieren op tientallen scholen het netwerk plat of keken in de administratie. Hierdoor komt het sinds twee jaar steeds vaker voor dat middelbare scholen de digitale toetsen niet kunnen uitvoeren, omdat het netwerk eruit ligt. Dat meldt Algemeen Dagblad.
Scholieren plegen steeds vaker zogenoemde DDoS-aanvallen, waarmee ze de internetverbinding van hun school platleggen. Om deze aanvallen uit te voeren kopen de leerlingen een programma voor een paar euro dat in één keer een enorme hoeveelheid digitale verzoeken op het schoolnetwerk afvuurt en hierdoor overbelast raakt. Doordat het netwerk plat ligt kunnen scholieren die digitaal werken hun opdrachten niet meer opslaan en docenten kunnen hun lessen niet geven.
Het komt slecht enkele keren voor dat leerlingen doelbewust hackt om hun cijfers te veranderen. De meeste leerlingen zitten te experimenten en komen bij toeval in het administratiesysteem van de school terecht. Deze leerlingen beseffen niet dat de strafbaar bezig zijn. Kevin Jonkers van Fox-IT, dat scholen regelmatig helpt de cyberbedreiging uit de weg te ruimen, stelt dat de leerlingen digitaal kattenkwaad uithalen. De leerlingen zien bijvoorbeeld iets op YouTube of Google en gaan dat online uitproberen.
Hoe vaak een DDoS-aanval precies voorkomt is niet bekend, omdat niet alle scholen door hebben dat de netwerkstoringen door hackende leerlingen worden veroorzaakt. Ook doen de meeste scholen geen aangifte tegen de leerlingen, constateert de politie. Een woordvoerder van de politie, Thalia Luckel, laat weten dat de politie weet dat het aantal aanvallen best hoog ligt. De politie hoopt dat meer scholen aangifte doen, zodat ze een beter beeld van het probleem krijgen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
