Werkplekleren is belangrijk in het beroepsonderwijs. Toch kan de inrichting ervan nog lastig zijn. De Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) heeft daarom elf ontwerpregels op een rijtje gezet om aan de slag te gaan met werkplekleren. Dit meldt de HAN.
Het curriculum van een vmbo- of mbo-opleiding bestaat voor zo’n 40 tot 60 procent uit werkplekleren. Maar de inrichting van werkplekleren is vaak nog lastig. Het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren van de HAN kwam erachter dat er eigenlijk nog te weinig kennis is over de organisatie van werkplekleren. Dit geldt in zowel het vmbo, mbo als hbo. Deze conclusie trok de HAN na een systematische analyse van zo’n 4.000 onderzoeksartikelen uit de periode 2005-2015.
Uit deze analyse kon de HAN vervolgens elf ontwerpregels over werkplekleren destilleren waarmee scholen meteen aan de slag kunnen. Hierbij wordt onder andere de samenwerking gevraagd tussen scholen en bedrijven in ontwerp, communicatie (gebruik van jargon) en gebruik van een hybride werkplek. Ook kan de student het nodige worden geboden, in begeleiding, verscheidenheid van werkplekken, kennismaking met de beroepscultuur, et cetera. Een volledig overzicht van de tips is hier te vinden.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
