Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van DeDecaan.net onder leerlingen en oud-leerlingen, de Landelijke Monitor 2017. Van de ruim 23 duizend respondenten geeft 45 procent aan een studiekeuzegesprek met hun mentor gehad te hebben en slechts 30 procent heeft dat met hun decaan. Het beeld past bij de trend dat steeds meer scholen een tweedelijns decanaatsbeleid voeren waarbij de rol van de mentor groter is dan die van de decaan.

Ondanks de groeiende invloed van mentoren in het LOB-beleid waarderen leerlingen de decaan juist beter. Respondenten die van hun decaan de meeste informatie krijgen, geven de keuzebegeleiding vanuit school een significant hogere waardering dan leerlingen die de mentor als belangrijkste (of even grote) informatiebron zien. “Voor scholen die overwegen om een tweedelijnsdecanaat in te voeren is het dus een belangrijk aandachtspunt om te zorgen dat de decaan voldoende toegankelijk blijft voor alle leerlingen”, zegt Irene de Bel, hoofdredacteur-uitgever van DeDecaan.net.

Zesjescultuur

De meeste leerlingen waarderen de studiekeuzebegeleiding op school maar matig. Huidige leerlingen en oud-leerlingen geven de keuzebegeleiding gemiddeld respectievelijk een 6,2 en 6,3. Daar is nog veel ruimte voor verbetering.

Onder alle leerlingen zijn alleen de huidige vmbo-leerlingen redelijk tevreden. Zij waarderen de keuzebegeleiding op hun school gemiddeld met een 6,8. Ook geven ze minder vaak een onvoldoende en hebben ze minder vaak spijt van hun gekozen vakken.

DeDecaan.net is met 1400 decanen en 300 duizend leerlingen en oud-leerlingen het grootste LOB-netwerk ter ondersteuning van het decanaat op vmbo, havo en vwo. Jaarlijks onderzoekt DeDecaan.net de waardering van de pakketkeuzebegeleiding en de studiekeuzebegeleiding onder eindexamenleerlingen en eerste- en tweedejaars studenten.  

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids