De officier van justitie maakt vrijdagochtend bekend welke straf hij eist tegen Bekir E., die terechtstaat voor het doodschieten van het 16-jarige meisje Hümeyra, 18 december vorig jaar op haar school in Rotterdam-West. Donderdag werden de beschuldigingen inhoudelijk behandeld voor de rechtbank in Rotterdam en legde de familie slachtofferverklaringen af.
De 32-jarige verdachte verklaarde dat hij op de dag van de schietpartij onder invloed was van cocaïne en zichzelf daarom niet in de hand had. E. zei dat hij vooraf geen plan of gedachte had om haar te doden. Het OM beschuldigt E. wel van voorbedachte rade, dus moord. E. zou Hümeyra, met wie hij heimelijk een korte relatie had, maandenlang hebben gestalkt. De vele doodsbedreigingen waren volgens hem alleen bedoeld om haar bang te maken.
Deskundigen concluderen dat E. verstandelijk beperkt en snel agressief is en een alcohol- en drugsprobleem heeft. Ze beschouwen hem verminderd toerekeningsvatbaar. De verdachte sprak het meeste tegen en vond dat de psychiaters de problemen die hij zelf had, niet serieus namen.
Een tweede verdachte die bij E. in de auto zat, wordt onder meer verdacht van hulp bij de voorbereiding. Hij was donderdag niet verschenen en zijn zaak werd niet besproken. De aanklager zal ook tegen hem een strafeis formuleren.
Door: ANP