Bij het stopzetten van de bekostiging van het Cornelius Haga Lyceum heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zich niet aan zijn eigen beleidsregels gehouden. Daarom mag hij de bekostiging niet per 1 december 2019 volledig stopzetten. Dat staat in een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 november 2019. Dit meldt de Raad van State.
NOG
Slob hield zich niet aan eigen regels bij stoppen bekostiging Haga Lyceum
-Deze uitspraak is niet het definitieve oordeel van de rechter over het optreden van de minister tegen het Cornelius Haga Lyceum. Het is slechts een tussenstap in één van de verschillende juridische procedures die de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO) voert over de school in Amsterdam.
De minister heeft zelf een beleidsregel vastgesteld voor het inhouden van de bekostiging van scholen. Die regel houdt in dat de bekostiging alleen wordt stopgezet als deze eerst voor 15 procent is opgeschort, na drie maanden voor 15 procent en na weer drie maanden voor 30 procent is ingehouden, én het bestuur dan nog altijd niet aan de wettelijke voorschriften voldoet. Deze beleidsregel heeft de minister in het geval van het Cornelius Haga Lyceum niet gevolgd: hij wil de bekostiging per 1 december 2019 meteen volledig stopzetten. De minister schendt dus zijn eigen beleidsregel.
Waarom besloot de minister de bekostiging per 1 december 2019 te beëindigen? Volgens de Onderwijsinspectie is er bij het Cornelius Haga Lyceum sprake van wanbeheer. Om dat te beëindigen gaf de minister scholenstichting SIO vorige maand een zogenoemde aanwijzing om het schoolbestuur te vervangen. Die opdracht heeft SIO niet opgevolgd. Daarna besloot de minister per 1 december 2019 geen geld meer ter beschikking te stellen voor de bekostiging van het Cornelius Haga Lyceum.
Hiermee is het laatste woord over het Cornelius Haga Lyceum nog niet gezegd. Deze uitspraak is alleen een voorlopig oordeel van de rechter over het stopzetten van de bekostiging per 1 december 2019. Die stopzetting is nu voorlopig van de baan. De rechtbank Amsterdam moet nog een oordeel geven over de rechtmatigheid van de aanwijzing die de minister gaf om het schoolbestuur te vervangen. Daar gaat deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak dus niet over.
Door: Nationale Onderwijsgids