“Er zijn te veel kinderen waar scholen letterlijk geen contact meer mee hebben”, zegt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tegen Trouw. Ze reageren niet op telefoontjes, ook hun ouders niet. Cijfers van het aantal leerlingen dat nu tussen wal en schip komt, zijn er niet. Volgens de schoolbesturen in het primair onderwijs is 8,4 procent van hun leerlingen een kwetsbare leerling.

 

Minister Slob heeft deze week met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht afgesproken dat leerplichtambtenaren op verzoek van scholen huisbezoeken gaan afleggen. Niet met het doel om boetes uit te gaan delen maat om de helpende hand te reiken. Of andere gemeenten de grote steden daarin gaan volgen, is nog niet duidelijk. Minister Slob is daarover in gesprek.

 

Sommige scholen pakken het zelf op. De OSB in Amsterdam bijvoorbeeld stuurt een jongerenwerker naar het huis van de leerling als er geen contact kan worden gelegd. Die biedt hulp aan. “We ontvangen nu dagelijks 10 tot 15 leerlingen op school.” Voor leerkrachten echter komt de opvang boven op het gewone lesgeven op afstand aan de rest van hun klas. De kinderopvang zou die opvang op zich moeten nemen, vinden bestuurders, met steun van zorginstanties en scholen. 

 

Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft 70 tot 80 procent van de gemeenten nu noodopvang voor kinderen geregeld of is bezig die opvang verder vorm te geven.