Onder de Syrische statushouders in Rotterdam zijn er veel kinderen en jongeren. Rond de 40 procent van deze statushouders is jonger dan 18 jaar. Deze kinderen en jongeren wonen vaak samen met hun familie in de stad en proberen met elkaar hun weg te vinden in de nieuwe samenleving. Op veel gebieden gaat het goed met hen, blijkt uit het rapport Kinderen uit Syrië in Rotterdam van sociologen van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van Stichting de Verre Bergen. In het onderzoek staat de Rotterdamse leefsituatie van Syrische statushouders van de leeftijd tussen tien en vijftien jaar centraal. Dit meldt Erasmus Universiteit.
NOG
Leefsituatie Syrische kinderen in Rotterdam onderzocht
-Het onderzoek ‘Kinderen uit Syrië in Rotterdam’ is een surveystudie naar jonge statushouders. Het unieke aan dit onderzoek is, dat de vragen aan de kinderen zelf zijn gesteld, zodat we kunnen leren hoe zij zelf hun leefsituatie ervaren. De vragenlijst is in de zomer van 2019 door 97 kinderen ingevuld. Ruim de helft van de kinderen woont in gezinnen die deelnemen aan het SNTR-programma. In de vragenlijst werd ingegaan op onder andere de mentale gezondheid, taalbeheersing, het gezin, vrienden en ervaringen op school. Ook kwam aan bod wat zij van het leven in Nederland vinden.
Het rapport geeft over het algemeen een positief beeld van hun leefsituatie. Kinderen rapporteren een goede mentale gezondheid. Ze zijn positief over hun Nederlandse taalbeheersing en geven hun taalvaardigheid gemiddeld een 7,7. Kinderen zijn erg tevreden met school en hebben veel vertrouwen in de mogelijkheden die het Nederlandse onderwijs hen biedt. Ook zijn kinderen positief over hun (vaak gemengde) vriendengroep. De meesten voelen zich thuis in Nederland en zien de mensen in Nederland overwegend als aardig en behulpzaam.
Een punt van aandacht is dat een groot deel van de kinderen regelmatig vertaalt voor de ouders. Dit kan een grote belasting zijn met negatieve gevolgen voor hun ontwikkeling, omdat kinderen minder tijd hebben voor school en om te spelen. Een ander aandachtspunt is dat weinig kinderen aangaven dat ouders hen helpen als ze op school iets niet begrijpen. In de afgelopen maanden, waarin kinderen vaak alleen online onderwijs hebben gekregen, kan dit voor deze groep extra moeilijk zijn geweest.
Uit het onderzoek blijkt ook dat een kwart van de kinderen graag meer vrienden zou willen hebben. Ook geeft één op de vijf kinderen aan weleens uitsluiting te ervaren in Nederland; zij zijn uitgescholden of hoorden dat ze beter terug kunnen naar hun eigen land.
Door: Nationale Onderwijsgids