Tijdens de intelligente lockdown eerder dit jaar waren kinderen dagelijks gemiddeld ruim drie uur langer online, tot wel zeven uur in totaal. De meeste tijd werd doorgebracht op een smartphone. Dat blijkt uit een onderzoek van cybersecuritybedrijf NortonLifeLock. Veel ouders zagen ook hun eigen schermtijd toenemen.
Ruim driekwart van de ouders die kinderen thuis lesgaven vond dat technologie essentieel was voor het thuisonderwijs. Veel scholen gingen ervan uit dat deze technologie, zoals een laptop, voor online leren thuis beschikbaar zou zijn, en 63 procent van de ouders gaf aan dat dit bij hen het geval was.
Een derde van de ouders moest voor het thuisonderwijs een nieuw apparaat voor hun kind kopen, terwijl een kwart aangaf dat niet te kunnen betalen. Wel hadden mensen in Nederland in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Italië de minste moeite om een extra apparaat voor hun kinderen beschikbaar te stellen.
Een derde van de Nederlandse ouders zei het technologiegedrag van hun kinderen niet onder controle te hebben en volgens 37 procent van de ouders is dit gedrag van hun kinderen permanent veranderd. Vier op de tien ouders vreest voor een digitale verslaving bij hun kinderen. Veel ouders kozen er eerder al voor om regels in te stellen rondom het gebruik van online apparaten en bijna een derde stelde specifiek nieuwe regels op tijdens de lockdown.
Van de thuiswerkende ouders heeft 65 procent technologie ingezet als virtuele babysitter, op momenten dat ze zelf druk waren. Twee op de vijf ouders moesten ‘s avonds laat werken om tijd in te halen terwijl hun kinderen sliepen, en de helft van deze ouders zei niet te kunnen wachten tot hun kind weer terugging naar school.
Door: ANP