In een artikel in NRC vertelden acht oud-leerlingen van de school dat zij zich niet veilig voelden op de school door hoe er werd omgegaan met homoseksualiteit, en dat zij door de schoolleiding werden gedwongen om uit de kast te komen. 

 

Minister Slob noemde de gang van zaken zoals die in het stuk wordt beschreven "absoluut onaanvaardbaar". "Geen enkele school in Nederland mag leerlingen veroordelen of afwijzen op basis van hun seksuele identiteit", benadrukte Slob destijds. "Niet in een identiteitsverklaring, niet in hun toelatingsbeleid en niet in hun schoolcultuur."

 

De onderwijsinspectie deed naar aanleiding van de aantijgingen onderzoek naar Gomarus. Over dat onderzoek gaat het kort geding van vandaag. Hoewel de school zei achter het onderzoek van de Onderwijsinspectie te staan, heeft het bestuur ook aangegeven dat in het rapport enkele passages staan die “niet te rijmen zijn met de feitelijke bevindingen, en met de regelgeving”. In het rapport zou staan dat de school haar zorgplicht voor homoseksuele leerlingen onvoldoende nakomt, maar dat klopt volgens de school niet. Aangezien de inspectie een eenmaal vastgesteld rapport niet meer aanpast, wil de school hierover het oordeel van de onafhankelijke rechter vragen. Het rapport is overigens nog niet officieel gepubliceerd.