CNV Onderwijs is teleurgesteld dat de reiskostenvergoeding voor de stages van leerlingen uit het praktijkonderwijs uitblijft. Dat liet minister Paul 21 december in een brief aan de Tweede Kamer weten. Pas in 2026 komt er een structurele oplossing, tot die tijd komt er mogelijk een overbruggingsregeling, die nog de goedkeuring van de Tweede Kamer moet krijgen. Dat meldt CNV Onderwijs.
Het ontbreken van een reiskostenvergoeding voor stages komt de kansengelijkheid niet ten goede. Het studentenreisproduct is voor sommige leerlingen in het praktijkonderwijs de reden om over te stappen naar het mbo, terwijl ze eigenlijk beter op hun plek zitten bij een entreeopleiding binnen het praktijkonderwijs. Zij vinden het immers oneerlijk dat zij geen aanspraak maken op een studentenreisproduct, vooral omdat stages van invloed zijn op de onderwijservaring en latere kansen op de arbeidsmarkt. Bovendien kunnen de hoge reiskosten de keuze voor stageplekken beïnvloeden, waarbij niet leerbedrijf maar de reiskosten bepalend zijn. In sommige gevallen springt de gemeente in, zo startte Amsterdam in 2023 een pilot reiskostenvergoeding voor zo’n 295 jongeren om de financiële drempel voor hen te verlagen.
Stagevergoedingen in het onderwijs
In samenwerking met CNV Jongeren heeft CNV Onderwijs in december een brief gestuurd naar minister Dijkgraaf en minister Paul met een dringend beroep om stagevergoedingen in het onderwijs te regelen. Tevens roept CNV Onderwijs op om de petitie van CNV Jongeren, Probeer de Bond en ISO voor een verplichte stagevergoeding voor álle stagiairs te steunen. Hierbij moet geen onderscheid gemaakt worden op basis van opleidingsniveau of sector. In de brief wordt specifiek aandacht gevraagd voor leerlingen van de praktijkschool, die omdat zij geen studenten zijn, geen gebruik kunnen maken van het studentenreisproduct. Een stagevergoeding omvat minimaal een volledig dekkende onkostenvergoeding, voor reiskosten en een eventuele VOG, met daarbovenop een passende stagevergoeding.
Door: Nationale Onderwijsgids