UTRECHT - In een brief aan staatssecretaris Sander Dekker (VVD) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schrijft de PO-Raad te vrezen dat de openbaarmaking van de gegevens van de eindtoets voor het basisonderwijs gebruikt wordt om basisscholen met elkaar te vergelijken. De PO-Raad meent dat de gegevens zich echter niet lenen voor een kwalitatieve vergelijking.
De raad benadrukt dat zij voor transparantie is op het gebied van gegevens van scholen, zoals de opbrengsten van het onderwijs aan een school, de leerlingenpopulatie, de financiën en het personeel. De gegevens die via het verzoek tot openbaarmaking via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verstrekt zouden worden, zijn echter goed voor signalering van risico's op scholen, maar kunnen vanwege een gebrek aan uniformiteit niet worden gebruikt voor het vergelijken van scholen.
De ruwe gemiddelde eindscores die door de scholen aan de Onderwijsinspectie worden geleverd, kunnen namelijk afwijken van de reële scores van scholen. Scholen zijn bijvoorbeeld niet verplicht alle leerlingen deel te laten nemen aan de eindtoets, waardoor bij sommige scholen lage toetsresultaten van moeilijk lerende kinderen uit de ruwe scores blijven. Daarnaast brengt de inspectie in bepaalde gevallen correcties aan op de ingeleverde resultaten, afhankelijk van de deelname van leerlingen in uitzonderingscategorieën.
Tenslotte wijst de PO-Raad op het feit dat scholen van verschillende eindtoetsen gebruikmaken. In sommige gevallen wordt zelfs binnen één school van verschillende toetsen gebruikgemaakt. Al deze voorbeelden laten volgens de raad zien dat de gemiddelde resultaten van scholen erg gecompliceerd te lezen zijn en daardoor erg moeilijk vergelijkbaar.
© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem