Het convenant privacy is opgesteld door de PO-Raad, VO-raad en aanbieders van digitale leermiddelen. Hierin is afgesproken hoe zij veilig met leerlingengegevens zullen omgaan. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs heeft nu de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van dit convenant. De leden van de PO-Raad hebben op 11 juni al ingestemd met het convenant. Dat meldt de PO-Raad.
Het convenant privacy draagt bij aan een goede borging van de privacy van leerlingen. De Wet bescherming persoonsgegevens is in het convenant vertaald naar de onderwijspraktijk. Dit was noodzakelijk, omdat het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) vindt dat scholen verantwoordelijk zijn voor het beschermen van leerlinggegevens. Het nieuwe convenant privacy en de model bewerkingsovereenkomsten moeten scholen helpen om goede afspraken met uitgevers te maken als ze bijvoorbeeld nieuw digitaal leermateriaal van een uitgever willen kopen. Het convenant is opgesteld in nauwe betrokkenheid met ouders, het ministerie van Onderwijs en in privacy gespecialiseerde juristen.
Digitale middelen zijn bijna niet meer weg te denken uit het onderwijs. Volgens Dekker zijn scholen door digitale middelen beter in staat om onderwijs op maat voor iedere leerling te bieden. “Ik stimuleer dat en juich die kansen voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs toe”, zegt Dekker. “Leerlingen hebben recht op een veilige digitale leeromgeving waarin een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens vanzelfsprekend is.”
De partijen werken nog aan het pseudonomiseren van de leerlingengegevens. Hierbij krijgen de leerlingen een versleuteld nummer dat voor ieder gebruik in de digitale leermiddelenketen hetzelfde is. Scholen kunnen op die manier inzicht in de vorderingen van hun leerlingen krijgen, maar hoeven geen of slechts beperkte gegevens uit te wisselen met uitgeverijen en leveranciers.
© Nationale Onderwijsgids