Radicalisering zou soms al op de basisschool beginnen. De PO-Raad roept leraren op om alert te zijn. De raad benadrukt dat een kind gemakkelijk te beïnvloeden is, waardoor het zaak is om al in een vroeg stadium signalen te kunnen duiden. Stichting School en Veiligheid (SSV) kaart aan dat de signalen niet zomaar op een presenteerblaadje te geven zijn. Dat meldt Metro.
Volgens SSV is een jongen die een complete handleiding voor het in elkaar knutselen van een bom uitprint niet automatisch een jihadist is. Het kan zelfs averechts werken om zomaar stickers te plakken op het gedrag van kinderen en jongeren. “Het risico dat zij zich in een hoek gedrukt voelen en zich afkeren van de school, hun toevlucht zoeken tot het internet en daar onder elkaar verder radicaliseren, is zeer reëel”, zegt de stichting.
Voor docenten is er onder meer de publicatie 'Puberaal, lastig of radicaliserend?' en een speciale themapagina die de leerkracht een handvat moet bieden wat radicalisering betreft. Volgens de publicatie is een van de eerste kenmerken gedragsverandering. Dit kan bijvoorbeeld een andere houding tegenover de maatschappij zijn en bepaalde vrienden zouden kunnen worden afgestoten. Volgens de SSV zouden de docenten ook moeten letten op de manier van praten en de onderwerpen waar het kind het in de klas over heeft. “Een leerling gaat geloven in een extremistisch wij-zij-verhaal”, aldus de stichting.
SSV biedt twee soorten van ondersteuning voor het onderwijs. Via de website biedt de stichting informatie, advies en ondersteuning voor scholen. Daarnaast brengt SSV actief ondersteuning naar 18 prioritaire gemeenten. Dit betreft extra inzet naar gemeenten waar de problematiek nijpend is. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs hebben de Tweede Kamer in maart en juni geïnformeerd over de maatregelen om onderwijsinstellingen te ondersteunen bij de aanpak van radicalisering.
© Nationale Onderwijsgids