In 2016 zijn in het basis- en voortgezet onderwijs minder kinderen gepest dan in 2014. Toch krijgen er nog steeds iedere dag te veel kinderen mee te maken. De strijd tegen het pesten moet daarom onverminderd worden doorgezet. Dat zegt staatssecretaris Dekker van Onderwijs maandag aan het begin van de Week tegen het Pesten. Dit meldt Rijksoverheid.
NOG
Minder kinderen gepest, maar aandacht blijft nodig
-Op de basisschool wordt volgens de nieuwste cijfers 10 procent van de leerlingen 1 keer per maand of vaker gepest. Twee jaar geleden was dat nog 14 procent. In het voorgezet onderwijs is sprake van een daling van 11 naar 8 procent.
Tegelijkertijd is er nog steeds een hoop werk te verrichten om te zorgen dat alle kinderen met een goed gevoel naar school kunnen. Of de daling de komende jaren kan worden omgezet in een trend moet gaan blijken uit de meting die over twee jaar weer wordt afgenomen.
Pesten kwam vier jaar geleden na een aantal tragische zelfmoorden bovenaan de politieke en maatschappelijk agenda te staan. Staatssecretaris Dekker en toenmalig Kinderombudsman Marc Dullaert kwamen daarop met een plan van aanpak. Scholen intensiveerden hun anti-pestaanpak en er kwam meer aandacht voor de effectiviteit van antipestmethoden. Sluitstuk was een wet die de verantwoordelijkheid van de school voor de sociale veiligheid van leerlingen beter regelt.
Ook de PO-Raad en de VO-raad zijn blij dat de inspanningen van scholen vruchten beginnen af te werpen. 'Deze cijfers bieden weer aanknopingspunten om het gesprek over sociale veiligheid met zowel leerlingen, ouders en het onderwijsteam te blijven voeren', aldus Rinda den Besten van de PO-Raad. En Paul Rosenmöller van de VO-raad: 'Het is een mooi begin. We blijven ons hard maken om de strijd tegen het pesten op alle scholen hoog op de agenda te houden.' Beide raden zullen hun leden actief informeren over de mogelijkheden die er zijn om pesten op school te blijven bespreken.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids