Digitalisering is van groot belang voor het onderwijs, vindt het demissionaire kabinet. Toch worden er door minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker geen concrete verantwoordelijkheden genomen om op dat gebied initiatieven te nemen. De PO-Raad en de VO-raad vinden dat teleurstellend. Dat meldt de PO-Raad.
Volgens de PO-Raad is de Rijksoverheid voor een groot deel verantwoordelijk voor het stimuleren van het digitale het onderwijs. Scholen moeten worden ondersteund zodat zij de mogelijkheid hebben om ict in de klassen te kunnen aanbieden. De raad luidde eerder dit jaar de noodklok over de broodnodige behoefte aan impulsen. Daarnaast zouden basisscholen door de overheid meer moeten worden betrokken bij digitale en technologische ontwikkelingen, zegt de PO-Raad.
De PO-Raad en VO-raad presenteerden begin 2017 al het manifest Nù investeren in onderwijs van morgen samen met diverse onderwijsorganisaties en marktpartijen. Daarin werd de overheid onder andere opgeroepen om te investeren in goed internet en voor een verlaging van btw op digitale leermiddelen te zorgen. Dat deze digitale structuur goed moet worden geregeld, wordt in de Kamerbrief erkend. Daarbij worden echter geen concrete vervolgplannen genoemd.
Zowel de PO-Raad als de VO-raad vinden het jammer dat hier geen vervolg aan is gegeven, te meer ook omdat de beide partijen samenwerken aan het Doorbraakproject Onderwijs & ICT, waar ook de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken bij betrokken zijn. Het doel daarvan is het zorgen voor een belangrijke doorbraak met ict in het onderwijs, omdat het onderwijs anders te weinig aansluiting krijgt met de maatschappij op het gebied van technologie. Volgens de PO-Raad en VO-raad laat de overheid het op dit gebied afweten.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids