Veel leraren en leidinggevenden in het christelijk onderwijs vinden het lastig dat veel van hun collega’s en leerlingen de relevantie van de Bijbel niet inzien. Ook missen ze kennis en vaardigheden om over de Bijbel in gesprek te gaan met leerlingen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van de vereniging voor christelijk onderwijs Verus. Dit meldt NU.nl.
NOG
Leraren worstelen met desinteresse van leerlingen en collega's in de Bijbel
-De Bijbel wordt in de volle breedte van het christelijk onderwijs op veel verschillende manieren gebruikt, blijkt uit het onderzoek. Maar leraren en leidinggevenden ondervinden wel uitdagingen bij het gebruik van de Bijbel in de klas en op school. Zo merken ze een desinteresse van de leerlingen in de bijbel. Ook naaste collega’s vertonen vaak maar weinig affiniteit met de bijbel. Dit brengt schoolleiders tot de vraag hoe zij bij een deel van hun leraren de waarde van de Bijbel voor het onderwijs voor het voetlicht kunnen brengen. Leraren geven daarnaast aan dat ze kennis en vaardigheden missen, met name om het gesprek met leerlingen te voeren en hen in staat te stellen zelf betekenis in de Bijbel te ontdekken.
Volgens Verus is de Bijbel niet alleen een geloofsboek, maar ook een cultuurboek. Ook is de Bijbel volgens Verus “een wijsheids- of levensboek waaraan wij onze ervaringen kunnen spiegelen en waardoor wij ons kunnen laten inspireren als zinzoekend wezen".
De onderzoekers ondervroegen leraren en leidinggevenden van zes basisscholen en zes middelbare scholen door middel van focus-interviews. Volgens de organisatie zijn de resultaten van het onderzoek representatief voor de sector.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids