Steeds meer kinderen en jongeren maken gebruik van jeugdzorg. Waarom dat is, is echter niet bekend, zegt het Nederlands Jeugdinstituut (Nji). Directeur Ans van de Maat pleit voor wetenschappelijk onderzoek naar de stijgende zorgvraag door kinderen en jongeren. Dit meldt Nieuwsuur.
Van de Maat stelt dat de zorg sinds de overheveling in 2015 te laagdrempelig is geworden. “Mogelijk wordt hierdoor makkelijker een beroep op jeugdhulp gedaan. Wat eerst in de directe omgeving, met de schooljuf of sporttrainer werd besproken, wordt nu als vraag voor professioneel jeugdhulp aangemeld.”
Als het aan Van de Maat ligt komt er een discussie op gang over de toenemende zorgvraag en vooral welke kinderen nu echt zorg nodig hebben. Want niet alle problemen waar kinderen tegenaan lopen behoeven professionele zorg. Vaak is opvoedondersteuning voldoende.
Maar niet alleen de laagdrempeligheid van de zorg heeft geleid tot meer kinderen die gebruikmaken van jeugdhulp, ook de prestatiedruk speelt een rol. Kinderen moeten steeds meer en als ze niet kunnen wat er van hen verwacht wordt, maken ouders zich zorgen. Het Nederlands Jeugdinstituut denkt dat ouders, maar ook leraren en medewerkers in de kinderopvang een beter onderscheid moeten leren maken tussen een opvoedvraag en een daadwerkelijke zorgvraag. Bovendien zal het ouders vermoedelijk veel helpen als hun kind een daadwerkelijke diagnose krijgt voordat hij de zorgmolen in gaat.
In het voorjaar van 2019 worden de resultaten van een onderzoek dat minister Hugo de Jonge samen met Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitvoert bekendgemaakt. De Jonge heeft meerdere onderzoeken lopen naar dit onderwerp en wil onder meer antwoord op de vraag waarom in de ene gemeente zo veel meer jeugdhulp wordt verleend dan in de andere.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
