Aantal Haagse kinderen dat niet naar school gaat stijgt alleen maar verder

Naar school gaan is niet voor ieder kind in Den Haag weggelegd. Vanwege de personeelstekorten en de lange wachtlijsten in het speciaal onderwijs heeft Den Haag meer dan twee keer zoveel thuiszittende kinderen als in 2023. Dat meldt het AD.

Schooljaar 2021-2022 kende 588 thuiszitters. In schooljaar 2022-2023 is dat aantal gestegen naar 1276. Volgens de gemeente kwam het aantal kinderen voornamelijk uit het buitenland. Deze kinderen hadden zich nog niet meteen ingeschreven op school.

Problemen

De personeelstekorten in het onderwijs en de lange wachtlijsten om te kijken of een kind op het speciaal (basis)onderwijs terecht kan, dragen ook bij aan de problemen in de hofstad.

Jeugdhulp 

Sommige kinderen vallen uit in het onderwijs omdat er nog geen jeugdhulp voor ze beschikbaar is. Teruggaan naar een school waar geen jeugdhulp is, is ook niet altijd mogelijk voor ieder kind. Onderwijswethouder Hilbert Bredemeijer van het CDA kreeg advies van de ombudsman. Daarin stond dat kinderen en jongeren zelf betrokken moeten worden bij de aanpak en de oplossingen van het thuiszitten. Ook de informatie aan de ouders kan stukken beter.

Thuiszitters 

Dat er zoveel kinderen thuiszitten, terwijl ze eigenlijk naar school moeten gaan, is volgens wethouder Bredemeijer verschrikkelijk. Volgens hem is het grootste probleem in het onderwijs het aantal thuiszitters. Alle kinderen uit Den Haag wil Bredemeijer een passende plek op school geven en hij wil vooral niet dat er kinderen niet mee kunnen doen. Het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Haaglanden en de gemeente Den Haag werken daarvoor samen met het onderwijs.

Startklassen 

Er zijn verschillende startklassen door Den Haag in het leven geroepen. Een combinatie van onderwijs en jeugdhulp aan kinderen vanaf vier jaar wordt daarin aangeboden. In de startklassen zitten kinderen waarvan het zeker is dat ze niet kunnen doorstromen naar het reguliere onderwijs. Het is de bedoeling dat er in de toekomst negen startklassen komen.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk