Vanaf volgend jaar kunnen basisschoolleraren subsidie krijgen voor het volgen van de leergang bewegingsonderwijs. Voor de jaren 2019 en 2020 is per jaar 3 miljoen euro beschikbaar voor minimaal 750 leerkrachten. Met de regeling wordt beoogd dat gymles door meer bevoegde leraren wordt gegeven. Dit meldt de Staatscourant.
Sinds 2000 leidt het afronden van de Pabo alleen tot een bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs aan de groepen 1 en 2. Voor de overige groepen is een aanvullende kwalificatie vereist via de leergang vakbekwaamheid bewegingsonderwijs. Op sommige scholen zijn onvoldoende leerkrachten die deze bevoegdheid bezitten om alle leerlingen voldoende bevoegd gegeven bewegingsonderwijs aan te bieden.
Om eraan bij te dragen dat meer bewegingsonderwijs wordt gegeven, en dat dit gebeurt door bevoegde leerkrachten, wordt met deze regeling opnieuw mogelijk gemaakt dat leraren po met subsidie de leergang bewegingsonderwijs kunnen doen. Hiertoe is besloten in overleg met de PO-Raad, als onderdeel van de actualisatie van het sectorakkoord PO.
De subsidie kan worden aangevraagd door de leraar zelf. Voor de kosten is een budget beschikbaar voor de jaren 2019 en 2020 van jaarlijks 3 miljoen euro. Hiermee kunnen jaarlijks minimaal 750 leraren een opleiding volgen. De kosten van de leergang komen gemiddeld op 3.000 euro per leraar: maximaal 3.500 euro aan studiekosten wordt vergoed, evenals in totaal 20 procent hiervan voor studiemiddelen en reiskosten. Met het bedrag van 3.500 procent kan de post-initiële leergang redelijkerwijs op elke aanbiedende onderwijsinstelling worden gevolgd.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids