AVS-voorzitter Petra van Haren zegt tegen EenVandaag dat een deel van de leerlingen tijdens de coronacrisis op niveau is gebleven. Maar leerlingen die geen computer hebben en weinig ondersteuning van hun ouders krijgen bij thuisonderwijs vormen een risicogroep. 

 

Leerlingen zaten vorig schooljaar door de lockdown al twee maanden thuis. De verwachting was dat de hierdoor opgelopen leerachterstand in het nieuwe schooljaar kon worden opgevangen. Dat blijkt in de praktijk een stuk lastiger: leerlingen hebben door veel lesuitval ook al niet heel regelmatig onderwijs gehad.

 

Van Haren vindt dat er snel iets moet gebeuren: “Het kan niet zo zijn, dat je nu naar het voortgezet onderwijs gaat en dat ze daar wel zien wat er gebeurt." Ook doet ze een appèl op het kabinet. Ze denkt bijvoorbeeld aan een verruiming van het toelatingsbeleid, waarbij kinderen op de middelbare school de ruimte krijgen achterstanden weer bij te spijkeren. Daarnaast vindt ze dat ook basisscholen een rol hebben: "Een kind zit 8 jaar op de basisschool, dus de school weet echt wel wat een kind kan. Het is aan de scholen waar de kinderen heengaan. Die moeten dat oppakken. Iedereen moet een maximale kans krijgen."