De gemeente Den Haag heeft besloten om voorschoolse educatie voor kinderen met een taalachterstand gratis te maken. Is dit eigenlijk niet een geweldig idee voor heel Nederland? ‘Ja’, roepen meer dan 200 directeuren in het basisonderwijs massaal. Dit is hun reactie op een peiling die de Academie en Vakvereniging voor Schoolleiders (AVS) begin maart onder haar leden heeft gehouden. De uitkomsten zijn overweldigend.
Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters die de Nederlandse taal nog niet machtig zijn en meer begeleiding nodig hebben om succesvol te kunnen starten in een reguliere kleuterklas op de basisschool. Het consultatiebureau signaleert achterstanden bij deze jonge kinderen, die vaak niet-Nederlands sprekende ouders hebben, en verwijst hen naar voorschoolse educatie. Wil je gebruik maken van deze voorziening, dan kun je een toeslag aanvragen. Echter, sinds de Toeslagenaffaire zijn veel mensen die recht hebben op deze vergoeding terughoudend geworden om deze aan te vragen. Hierdoor houden sommige ouders hun kinderen thuis, waardoor zij de voorschoolse educatie missen en met achterstanden het basisonderwijs instromen. ‘Dit heeft een duidelijke impact’, zeggen de schoolleiders.
Achterstanden beginnen in kleuterklas
Maar liefst 80 procent van de schooldirecteuren in het basisonderwijs (uit stad en dorp) geeft aan dat hun leerkrachten in de kleuterklassen hierdoor extra uitdagingen ondervinden, zo blijkt uit de AVS-peiling. Deze kinderen komen namelijk niet alleen de klas binnen met taalachterstanden, maar hebben ook meer moeite om mee te komen met de rest van de groep en zich te handhaven in schoolse situaties. De redenen daarvoor lopen uiteen, waaronder problemen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfstandigheid. Veel kinderen leren daardoor bepaalde vaardigheden niet of minder goed, zoals zindelijk worden, spelen en omgaan met routines, waardoor ze in vergelijking met andere leerlingen nog niet ‘klaar’ zijn om te gaan leren.
Daarnaast heeft vroeg- en voorschoolse educatie een belangrijke rol op het gebied van vroegsignalering, waardoor ontwikkelingsproblemen snel en doelgericht kunnen worden aangepakt. Dit ontbreekt nu, waardoor het basisonderwijs wordt geconfronteerd met complexe ontwikkelingsvraagstukken.
De schooldirecteur is de belangrijkste schakel
De schooldirecteur is de centrale spil en de belangrijkste schakel in de omgeving waar kinderen gezond, veilig en kansrijk opgroeien en goed worden voorbereid op de toekomst.
Het onderwijs heeft van de overheid de opdracht gekregen om kansenongelijkheid aan te pakken, wat op zichzelf al een ingewikkelde taak is. Echter, deze weg naar inclusieve scholen wordt nog uitdagender door een nieuwe ontwikkeling: steeds meer kinderen die voorschoolse educatie nodig hebben, missen dit. In combinatie met oplopende personeelstekorten vergroot dit de kans dat kinderen niet volledig kunnen ontwikkelen en zelfs laaggeletterd de school verlaten. Kortom, kansengelijkheid in het onderwijs staat steeds meer onder druk, en vrijwel geen enkele schooldirecteur in Nederland vindt dit wenselijk.
Uit de AVS-peiling blijkt dan ook dat 88 procent van hen van mening is dat vroeg- en voorschoolse educatie gratis zou moeten zijn in Nederland.
Mening van AVS
Karin Straus, voorzitter van AVS, steunt de schoolleiders onvoorwaardelijk:
“Met onze directeuren streven we al jaren naar inclusief onderwijs, waar alle kinderen – ongeacht hun afkomst – gelijke kansen moeten krijgen om zich volop te ontwikkelen. Het missen van de voorschoolse educatie vanwege ‘toeslagenangst’ onder ouders staat toegankelijke en goede onderwijskansen voor forse groep jonge kinderen in de weg. Daarnaast vergroot het de werkdruk in het onderwijs, die al gigantisch is. Al bij al geen wenselijke ontwikkeling. Het moet niet mogen in ons land anno 2024. Als AVS gaan we deze problematiek aankaarten bij het ministerie van Onderwijs en andere belangrijke stakeholders om te zorgen dat geen vader of moeder zijn kind nog thuishoudt van de voorschoolse educatie.”
Door: ANP