Geef in het extern toezicht op het onderwijs meer prioriteit aan de kwaliteitsbeoordelende taak en zorg voor direct zicht op de onderwijspraktijk. Richt het toezicht daartoe meer op wat er binnen een school gebeurt en doe vaker kwaliteitsonderzoek op scholen en opleidingen. Zo kan de overheid beter haar verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit waarmaken. Dat adviseert de Onderwijsraad in het advies Essentie van extern toezicht, over de functie van extern toezicht in het onderwijs, dat de raad vandaag heeft aangeboden aan de onderwijsministers. Dat meldt de Onderwijsraad.
De overheid heeft de grondwettelijke verantwoordelijkheid voor onderwijs van voldoende kwaliteit voor iedere leerling en student. En voor de borging hiervan met extern toezicht. In het funderend onderwijs is dat belegd bij de Inspectie van het Onderwijs en in het hoger onderwijs vooral bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. Met het oog op de evaluatie van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) en de plannen voor instellingsaccreditatie in het hoger onderwijs heeft de minister van Onderwijs aan de Onderwijsraad om advies gevraagd hoe extern toezicht de kwaliteit van het onderwijs het beste kan borgen.
Beoordelende taak
In de WOT is vastgelegd dat de inspectie een taak heeft om de onderwijskwaliteit te beoordelen en een taak om die kwaliteit te bevorderen. De verhouding tussen deze twee taken is een voortdurend punt van discussie. De Onderwijsraad adviseert om de prioriteit te geven aan de beoordelende taak en dat vast te leggen in de WOT. De bevorderende taak van de inspectie ziet de raad als een secundaire taak, die wel van belang is, maar ondergeschikt is aan de beoordelende taak.
Kwaliteitsonderzoek
Om de onderwijskwaliteit te kunnen beoordelen, is direct zicht nodig op de onderwijspraktijk. Daar wordt de onderwijskwaliteit zichtbaar. Daarom moet het extern toezicht op iedere school en opleiding van tijd tot tijd een kwaliteitsonderzoek doen, aldus de raad. Om de onderwijskwaliteit goed te kunnen beoordelen zijn daarnaast duidelijke en toetsbare wettelijke eisen nodig, die vooraf zijn vastgelegd. De duidelijkheid van wettelijke voorschriften staat volgens de raad nu onder druk door het gebruik van open normen en zorgplichtbepalingen. De raad constateert dat er daardoor teveel ruimte is voor interpretatie.
Hoger onderwijs
Ook in het hoger onderwijs is het volgens de raad belangrijk om in het extern toezicht de onderwijspraktijk in beeld te houden. Met het oog op de plannen voor instellingsaccreditatie voor het hoger onderwijs, geeft de raad ter overweging mee om instellingsaccreditatie zodanig vorm te geven dat het extern toezicht zicht blijft houden op de kwaliteit van de opleiding. Zodat de overheid haar verantwoordelijkheid voor het toezicht op onderwijskwaliteit waar kan maken. Een overgang naar instellingsaccreditatie is een ingrijpende wijziging. Daarom adviseert de raad de evaluatie van pilots af te wachten voordat er vervolgstappen worden genomen.
Door: Nationale Onderwijsgids