In 2022 zijn 73 inwoners verdronken in open water, of in en om het huis. Dat waren er 7 minder dan een jaar eerder. Verdrinkingen komen naar verhouding het meest voor onder mensen van zestig jaar of ouder. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over doodsoorzaken.
De afgelopen tien jaar kwamen in Nederland jaarlijks gemiddeld 86 inwoners om het leven door accidentele verdrinking. Bijna de helft van hen (45 procent) is zestig jaar of ouder, 8 procent jonger dan tien jaar. In 2022 verdronken 12 minder vrouwen dan in 2021 (9 tegen 21), en 5 meer mannen (64 tegen 59).
Open water
In de afgelopen tien jaar vond 74 procent van dit soort verdrinkingen plaats in open water, zoals een sloot, rivier, meer of de zee. 20 procent van de verdrinkingen gebeurde in en om het huis, bijvoorbeeld in het bad. Meer dan de helft van de verdrinkingen komt door een val in het water.
Accidentele verdrinkingen
De afgelopen decennia was het aantal accidentele verdrinkingen het hoogst onder mensen van zestig jaar of ouder. Vergeleken met andere doodsoorzaken komt verdrinking tegenwoordig niet veel voor. In 2022 kwam minder dan 1 persoon per 100 duizend zestigplussers om het leven door verdrinking.
Tussen 1950 en 1980 is het aantal verdrinkingen sterk gedaald. Dat gebeurde bij alle leeftijdsgroepen, maar vooral bij kinderen onder de tien jaar. Daarna bleef het aantal verdrinkingen bij kinderen tot 2010 dalen, waarna het stabiliseerde. Bij de leeftijdsgroepen vanaf tien jaar is het sinds 1980 stabiel.
Buiten Europa geboren
In de periode 2013-2022 verdronken 125 inwoners jonger dan 20 jaar. Hiervan waren er 29 niet in Nederland geboren: 5 in Europa en 24 daarbuiten. Omgerekend komt dat laatste cijfer neer op ongeveer 10 meer verdrinkingsgevallen per duizend inwoners onder jongeren die buiten Europa zijn geboren dan onder jongeren met een Nederlandse herkomst. Ook boven de twintig is het risico op verdrinking groter, maar dat verschil is wel kleiner dan bij jongeren.
Bij kinderen onder de 10 jaar die in Nederland geboren zijn (de tweede generatie) met niet-Europese herkomst is het verdrinkingsrisico 3 keer hoger. Bij migranten met een Europese herkomst is het risico op verdrinking vooral bij 20- tot 60-jarigen groter dan onder mensen met een Nederlandse herkomst.
Vervoersongeval of zelfdoding
Naast accidentele verdrinkingen komen jaarlijks ook mensen door verdrinking om het leven door bijvoorbeeld een vervoersongeval of zelfdoding. In 2022 verdronken 100 mensen door zelfdoding en kwamen 39 mensen door verdrinking om het leven door vervoersongevallen. Dat laatste gebeurde in drie kwart van de gevallen nadat een voertuig in het water was gereden (voornamelijk fiets of personenauto) en verder bij vervoersongevallen op het water (met bijvoorbeeld een boot of kano).
Meer mannen en vijftigplussers
Bij alle verdrinkingsoorzaken waren er meer mannelijke (70 procent) dan vrouwelijke slachtoffers, en vijftigplussers (65 procent) zijn oververtegenwoordigd.
Toeristen of tijdelijke werknemers
Naast de hierboven beschreven cijfers over inwoners van Nederland is er ook bekend hoeveel niet-inwoners, zoals toeristen of tijdelijke werknemers, hier verdronken. In 2022 kwamen 32 niet-inwoners om het leven door accidentele verdrinking. In de afgelopen tien jaar waren dat er in totaal 240. Daarnaast waren er 95 verdrinkingen door zelfdoding en 56 waren het gevolg van een vervoersongeval. Ruim de helft van de verdronken niet-inwoners kwam uit Duitsland of Polen.
Door: Nationale Onderwijsgids