Een derde van de scholen in het primair onderwijs voldoet niet aan de wettelijke norm van minimaal 90 minuten bewegingsonderwijs per week. Scholen wijten dit aan een tekort aan accommodatie en volle lesroosters. Onderzoekers van het Mulier Instituut noemen het zorgwekkend dat veel scholen het niet hoog op hun prioriteitenlijst hebben die situatie snel te verbeteren. Dat meldt het Mulier Instituut.
Veel kinderen bewegen niet voldoende en ook over de motorische ontwikkeling van kinderen zijn er zorgen. In 2020 werd een wet aangenomen om kinderen in ieder geval op school meer in beweging te krijgen. Die wet schrijft voor dat basisscholen vanaf het schooljaar 2023/2024 minimaal 90 minuten bewegingsonderwijs per week moeten verzorgen, gegeven door een bevoegd (vak)leerkracht.
Wettelijke verplichting
Onderzoek in 2020/2021 toonde aan dat iets minder dan de helft van de scholen nog niet aan de wettelijke verplichting voldeed. Drie jaar later is de situatie nog niet héél veel beter, zo blijkt uit het vandaag door het Mulier Instituut gepresenteerde rapport ‘Van wet naar werkelijkheid – Bewegingsonderwijs op de basisschool’. Vooral in groep 1 en 2 lukt het scholen niet om aan de wettelijke normen te voldoen.
Bevoegde groepsleerkrachten of vakleerkrachten
Het goede nieuws is dat het scholen inmiddels heel goed lukt bevoegde groepsleerkrachten of een vakleerkracht de gymles te laten geven. Dat ging afgelopen schooljaar op 92 procent van de door de onderzoekers bevraagde scholen goed. Ongeveer één op de vier schoolleiders en vakleerkrachten geeft aan dat de wettelijke norm niet wordt gehaald omdat er geen gymzaal beschikbaar is. Bijna een derde klaagt over een te vol lesrooster.
Verder valt op dat veel van de schoolleiders en vakleerkrachten die nog niet aan de eisen voldoen, aangeven weinig voornemens te hebben om de belemmeringen aan te pakken. Een derde van de schoolleiders en een kwart van de vakleerkrachten geeft aan dat hun schoolleiding hier niet actief mee aan de slag is.
Door: Nationale Onderwijsgids