Gemeenten controleren te weinig of bijstandsontvangers de Nederlandse taal beheersen. Taaltoetsen worden nauwelijks afgenomen door gemeenten, en sancties in de vorm van kortingen op de uitkeringen worden vrijwel niet opgelegd. Dat blijkt uit onderzoek van CBS in opdracht van staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken. Dit melden de Volkskrant en NU.nl.
NOG
Veel gemeenten negeren taaleis voor uitkeringsgerechtigden
-Wie bijstand aanvraagt, moet volgens de wet de Nederlandse taal voldoende beheersen. Dar betekent dat de bijstandsgerechtigde tenminste een korte, eenvoudige Nederlandse tekst kan lezen en schrijven. Deze taaleis werd twee jaar geleden ingevoerd voor nieuwe uitkeringsgerechtigden en een half jaar later voor alle bijstandsontvangers. Als blijkt dat de bijstandsgerechtigde niet aan de taaleis voldoet, dan mag de gemeente de uitkering verlagen en zelfs na een jaar stopzetten.
Nu blijkt dat gemeenten zich niet houden aan de Wet Taaleis in de Participatiewet. Ruim 140 van de 388 gemeenten hebben nog geen enkele taaltoets afgenomen, de andere 248 in april 2017 gemiddeld vier. Bij 35 procent van de gemeenten werden ook geen taalplannen opgesteld. In het eerste half jaar van 2017 zijn 80 verminderingen van uitkeringen opgelegd door ongeveer 20 gemeenten, constateerde CBS.
Al vanaf het begin waren gemeenten niet blij met de van hogerhand opgelegde taaleis. Ze waren bang voor bureaucratische rompslomp of hadden principiële bezwaren tegen het korten op de bijstand. De staatssecretaris heeft aangekondigd in gesprek te gaan met de Vereniging Nederlandse Gemeenten om afspraken te maken over een betere uitvoering van de wet.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids