Huisartsen hebben het de afgelopen jaren steeds drukker gekregen. Volgens een peiling van onderzoeksinstituut Nivel werkten ze vorig jaar gemiddeld vier uur per week langer dan in 2018 en 2013. Die extra tijd zijn de artsen voornamelijk kwijt aan "niet-patiëntgebonden taken". Daaronder vallen onder meer administratie, nascholing en overleg met andere zorgverleners. Voor huisartsen met een eigen praktijk zit de meeste extra tijd in het runnen van de praktijk.
Volgens de peiling onder 884 huisartsen werken mannen in de beroepsgroep gemiddeld meer uren dan vrouwen, maar het verschil wordt kleiner. Mannelijke huisartsen gaven aan dat ze gemiddeld 50,7 uur per week werken, vrouwelijke huisartsen 46,6 uur.
Opleiding voor toekomstige behoeften
Deelnemers aan het onderzoek hielden een week lang in een app al hun activiteiten bij. Het Nivel voerde het onderzoek uit in opdracht van het Capaciteitsorgaan. Die organisatie onderzoekt hoeveel zorgverleners opgeleid moeten worden om in toekomstige behoeften te voorzien.
De Algemene Rekenkamer becijferde vorige week in een rapport dat drie op de vijf huisartsenpraktijken geen capaciteit hebben om nieuwe patiënten aan te nemen. Tienduizenden mensen staan niet ingeschreven bij een huisartsenpraktijk en meer dan 700.000 mensen wachten op een overstap naar een andere praktijk, bijvoorbeeld na een verhuizing.
Voor het vak kiezen
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) wil maatregelen die de werkdruk verminderen en meer mensen ertoe bewegen om voor het vak te kiezen. Het openen van een eigen praktijk zou volgens de beroepsorganisatie ook "laagdrempeliger" moeten. Zorgminister Fleur Agema is dat met ze eens en wil jonge huisartsen daar meer hulp bij bieden.
Door: ANP