Normal_onderwijs_vinger_klas

DEN HAAG - Middelbare scholen kunnen meer aandacht besteden aan het allerbeste deel van hun instromende leerlingen uit het basisonderwijs. Dat meldt de Rijksoverheid. Die conclusie trekt het onderzoeksinstituut GION dat in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek deed naar de schoolloopbaan van de groep leerlingen die in 1999 met de hoogste Cito score (549 of 550) de overstap van het basisonderwijs naar de middelbare school maakte. Het gaat om ongeveer 4.5 procent van het totaal aantal leerlingen dat de basisschool verlaat.

Het GION (Gronings Instituut voor Onderzoek van het Onderwijs van de Universiteit van Groningen) bracht op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de schoolloopbaan van deze leerlingen in kaart en deed onderzoek naar factoren die samenhangen met het behalen van een vwo-diploma binnen 6 jaar zoals klassetype, sekse en sociaal economische status.

Uit het onderzoek blijkt dat ‘excellente’ meisjes een 7 procent grotere kans op succes hebben dan ‘excellente’ jongens. Ook hebben deze leerlingen met laag opgeleide ouders een 19 procent lagere kans op succes dan leerlingen met hoog opgeleide ouders.

Bijna een kwart van deze zogenaamde ‘excellente’ leerlingen haalt het eindexamen vwo niet in zes jaar, terwijl ze daar bij binnenkomst op het vwo in potentie de beste papieren voor in huis hadden.

Het GION concludeert dat leerlingen in een homogene vwo-klas 10 procent meer kans hadden om na 6 jaar hun vwo-diploma te halen dan leerlingen in een gemengde havo/vwo-klas.

Voor leerlingen die in het tweede en derde jaar ook nog in een gemengde havo/vwo-klas hadden gezeten was het verschil nog groter, respectievelijk 16 en 32 procent.

© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink