Om een logisch, effectief en samenhangend stelsel van extern toezicht op, en kwaliteitsborging van, het hoger onderwijs te realiseren hebben de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een samenwerkingsprotocol afgesloten. In het protocol is vastgelegd hoe inspectie en de NVAO samenwerken bij het uitvoeren van hun wettelijke taken.
NOG
Onderwijsinspectie en NVAO tekenen samenwerkingsprotocol
-In Nederland is het toezicht op het hoger onderwijs een van de taken van de inspectie. De inspectie houdt in het hoger onderwijs in Nederland toezicht op de naleving van de regelgeving, de financiële rechtmatigheid en continuïteit en op de kwaliteit van het stelsel voor hoger onderwijs als geheel. De beoordeling van de onderwijskwaliteit en de kwaliteitszorg van opleidingen en instellingen berust bij de NVAO.
Uitgangspunten
Onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs is de exclusieve bevoegdheid van de NVAO. Als wordt vermoed dat de bestaande ‘checks and balances’ in en rondom een instelling tekort schieten en dit een uitstraling kan hebben naar het stelselniveau, kan de inspectie specifiek onderzoek verrichten.
Als de kwaliteit van een opleiding in het geding is, kan de NVAO een onderzoek instellen. Als de naleving van wet- en regelgeving in het geding is, dan stelt de inspectie een onderzoek in. Onderzoek door de NVAO en de inspectie is daarmee complementair; dubbelingen of stapeling van toezicht worden dankzij het protocol voorkomen. Instellingen ervaren geen dubbele of overlappende toezichtlast.
Het toezicht wordt proportioneel uitgevoerd, licht waar het kan, zwaar waar dat nodig is.
Het toezicht van de inspectie en de accreditatie door de NVAO zijn niet alleen gericht op beoordeling, maar leveren ook een stimulans tot verbetering. In het protocol staan ook werkafspraken waar het gaat om overleg, informeren, uitwisseling van signalen en bevindingen.
Lees hier de tekst van het protocol (PDF).