De drie zwemleraren die op 22 juni 2017 door de rechter veroordeeld zijn voor dood door schuld bij de verdrinking van een negenjarig Syrisch meisje gaan in beroep tegen deze veroordeling. Zij vinden dat de school verantwoordelijk is voor de dood van Salam. Dit melden hun advocaten.
De zwemleraren zijn het niet eens met de conclusie van de rechtbank dat het meisje tijdens het vrij zwemmen verdronken is. Zij claimen dat het waarschijnlijker is dat Salam te water is geraakt nadat zij naar de douches is gelopen en onder de douche heeft gestaan. Bij de eerste zienswijze is de zwemschool verantwoordelijk. Bij het tweede scenario zou de school van Salam verantwoordelijk zijn voor haar dood, omdat het douchen niet meer onder de zwemles valt.
Het meisje Salam verdronk in september 2015 na afloop van het schoolzwemmen in zwembad ‘t Gastland in Rhenen. Het was de derde zwemles van het Syrische meisje, dat pas enkele maanden in Nederland verbleef. Haar overlijden zorgde voor een stroom aan emotionele reacties uit heel Nederland. Na enkele maanden onderzoek besloot het Openbaar Ministerie om de drie betrokken badmeesters en twee leerkrachten strafrechtelijk te vervolgen. De rechter oordeelde dat de zwemleraren fouten hadden gemaakt, waardoor het meisje kon verdrinken. Hij legde hen daarom 60 uur werkstraf op. De rechter vond echter niet dat de basisschoolleraren hierin iets verweten kon worden en sprak ze daarom vrij van dood door schuld.
Het overlijden van Salam en de strafvervolging door het OM heeft tot veel ophef geleid. Naar aanleiding van deze strafzaak zijn er in het onderwijsveld veel zorgen over de verantwoordelijkheden van toezichthouders (badmeesters/leerkrachten) en de afbakening ervan. Het debat hierover is nog gaande.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
